Chen Wei schuldig bevonden aan ‘subversie tegen de staat’

Chen Wei, een vooraanstaande Chinese mensenrechtenactivist, is veroordeeld tot een draconische negen jaar cel wegens ‘aanzetten tot subversie tegen de staat’. Chen is een van de ruim tachtig intellectuelen die in februari werden opgepakt na een anonieme oproep tot een Jasmijnrevolutie in China.

“Ik ben onschuldig. De vrijheid zal zegevieren, de dictators zullen ten val komen.” Dat waren de laatste publieke woorden van Chen Wei gisteren, op zijn proces in Suining, in de provincie Sichuan. Zijn advocaat Zheng Jianwei had het over een schertsvertoning, doelend op de anderhalf uur durende rechtszaak waar de activist tot negen jaar cel werd veroordeeld. Volgens Zheng gaat zijn cliënt niet in beroep tegen de uitspraak. “Het is duidelijk dat ze hem sowieso willen veroordelen, hoeveel zin heeft het dan om deze maskerade nog langer te laten duren?”, zo stelde de advocaat in een communiqué van Chinese Human Rights Defenders. Chen werd schuldig bevonden aan ‘het aanzetten tot subversie tegen de staat’, een bijzonder vage aanklacht, die in dit geval slaat op een aantal artikels die hij schreef voor Chinese organisaties in het buitenland, zoals het in New York gebaseerde Human Rights in China. Chen werd in februari van dit jaar opgepakt en had sindsdien alleen nog schriftelijk contact met zijn familie. Zijn advocaat kreeg hij twee keer te zien. “Het is de strengste celstraf voor een Chinese burger die kritiek geeft op de Communistische Partij sinds de veroordeling in maart van activist Liu Xianbin tot tien jaar cel. Deze veroordelingen geven duidelijk een tendens van verharding van het regime aan”, zo meent Catherine Baber, vicedirecteur voor Azië van Amnesty International. Chen Wei voert al meer dan twintig jaar strijd voor de democratisering van China. In 1989 was hij een van de studentenleiders op het Tiananmenplein. Na het bloedbad werd hij een eerste keer gedetineerd. Begin 1991 kwam hij vrij, maar met zijn beoogde universitaire carrière was het afgelopen. Bovendien werd hij een jaar later opnieuw opgepakt en voor vijf jaar opgesloten, nu wegens het oprichten van een illegale partij. Sinds die tijd wordt hij voortdurend in de gaten gehouden, kreeg hij op politiek gevoelige dagen huisarrest en werd hij geregeld ondervraagd. In december 2008 was hij een van de mede-ondertekenaars van het Charter 08, een op internet gelanceerde tekst in dertien punten waarin om democratisering en respect voor de mensenrechten van de Chinese burgers wordt gevraagd. Wegens Charter 08 werd initiatiefnemer Liu Xiaobo, die vorig jaar de Nobelprijs voor de Vrede kreeg, tot elf jaar cel veroordeeld. Baber signaleert overigens dat Peking momenteel werkt aan een hervorming van de strafprocedure voor zogenaamde staatsveiligheidszaken, waaronder ook het publiceren van kritische artikelen op internet wordt gerekend. “De beslissing is nog niet finaal genomen maar wat voorligt is een voorstel dat het opsluiten van dergelijke ‘arrestanten’ op geheime locaties zou kunnen. Met andere woorden: het laten verdwijnen van mensen wordt op die manier volstrekt legaal.” Amnesty hekelt voorts ook ‘China’s totale aanfluiting van de eigen wetten’. Baber verwijst onder meer naar de zaak van advocaat Gao Zhisheng, die voor zijn arrestatie pleitte voor tal van politieke gevangenen en die in zijn autobiografie een scherpe brief schreef aan president Hu Jintao. Daarin hekelt hij het systematische folteren van met name Falun Gong-aanhangers. Gao werd op 22 december 2006 tot drie jaar voorwaardelijk veroordeeld, over een periode van vijf jaar. Deze had donderdag moeten verstrijken maar afgelopen week werd de ondertussen ‘verdwenen’ advocaat ‘schuldig bevonden aan het schenden van de probatieregels’, waardoor nu zijn driejarige celstraf aanvangt. Zijn vrouw en dochter zijn in 2009 naar de VS gevlucht, van waar zijn echtgenote eerder deze week vroeg om internationale druk voor zijn vrijlating. Of Peking daar in het licht van de recente nieuwe veroordelingen oren naar zal hebben, is maar de vraag.