‘De Wit-Russische revolutie is mislukt, maar de strijd is nog niet ten einde’

De surrealistische scènes uit de romans van de Wit-Russische schrijver Sasja Filipenko (38) lijken steeds meer op het échte leven. ‘Dat is een beangstigende gedachte’.

‘Als je wilt weten wat het moderne, jonge Rusland denkt, lees dan Sasja Filipenko!’ De aanbeveling is afkomstig van de Wit-Russische Nobelprijswinnaar voor literatuur (2015), Svetlana Aleksijevitsj. Filipenko schreef in de voorbije negen jaar vijf romans, twee daarvan zijn in het Nederlands vertaald. Zowel in zijn debuut Ex-zoon (2014, Nederlandse vertaling 2021), als in Hetze (2016, Nederlandse vertaling 2023) schetst hij een bangelijk accuraat beeld van een maatschappij die gevangen zit in een toxische combinatie van leugens, opportunisme, geweld, angst en hebzucht. 

Als zoon van een Tataars-Russische moeder en een Oekraïens-Wit-Russische vader groeide Filipenko (38) in de nadagen van de Sovjetunie op in Minsk. Na een voortijdig afgebroken muziekopleiding verkaste hij naar Sint-Petersburg voor een studie literatuurwetenschappen. Zijn carrière begon bij een satirisch programma op de Russische staatszender Kanaal 1 en in 2011 ging Filipenko werken voor het onafhankelijke tv-station Dozhd (letterlijk: Regen). Deze werd later uit de ether gehaald en werkt nu vanuit Nederland. 

Filipenko was in 2020-2021 actief betrokken bij de vele maanden van Wit-Russische protesten, bedoeld om de al een kwarteeuw regerende president Aleksandr Loekasjenko te onttronen. Net voor hij zou worden gearresteerd, vertrok hij met zijn gezin naar het buitenland. Sindsdien woont de dissidente auteur in Duitsland en Zwitserland. 

In Ex-zoon ontwaakt Frantsisk (27) na tien jaar uit een coma, om vast te stellen dat de enige persoon die van hem hield, net is overleden. Zijn moeder, vriendin en voormalige klasgenoten hebben hem al lang opgegeven, de dictator zit nog even stevig in het zadel als toen hij zeventien was. Hij merkt dat waarom altijd een foute vraag is, en dat voor geld alles te koop is, ook het meisje waar hij destijds van hield. 

Hetze zoomt in op Anton Kwint, een idealistische journalist die de kuiperijen onthult van een oligarch en daarvoor een erg hoge prijs betaalt: dagelijkse pesterijen en intimidatie worden zijn deel. 

Wie laat zich met dergelijke klussen in, en wat doet zoiets met de familie van de verslaggever? 

De inspiratie voor zijn romans haalt Filipenko uit zijn eigen ervaringen en de gebeurtenissen in zijn land. ‘Toen ik in 2016 de scène voorlas waarbij een journalist wordt berecht voor het posten van een blanco bericht, begonnen de toeschouwers te lachen’, vertelt hij. ‘Dat is nu wel even anders. Het betreft niet langer een surrealistisch tafereel maar een plausibele situatie. Zeven jaar geleden wilde ik de lezer al duidelijk maken welke kant het uitging, de ontwikkelingen hebben zich evenwel sneller voltrokken dan ik vreesde’.

Hetze kreeg de structuur van een sonate, van waar die keuze? 

Noem het een knipoog naar het feit dat ik vroeger muziek studeerde, cello en contrabas speel. Mijn hele jeugd lang was muziek van extreem groot belang – in het andere geval was ik wellicht voetballer geworden.

Waarom opteerde u voor een journalist als hoofdpersonage, en een gitzwarte afloop? 

(lacht). Als ik u vertel waarop ik mij baseer, zou ik het einde van het verhaal weggeven. Met andere woorden: dergelijke dingen gebeuren echt. Het punt dat ik met dit boek wilde maken, is dat we alleen aandacht hebben voor journalisten als ze worden gearresteerd, vermoord of verbannen. Maar er zijn veel andere manieren waarop ze onder druk worden gezet, dat ondervond ik aan den lijve, toen ik ging werken voor de zender Dozhd. In een land als Rusland of Belarus is journalistiek een gevaarlijk vak, ook voor je omgeving. Alleen heeft die daar niet voor gekozen – en dat maakt het dubbel lastig. Ook wilde ik een beeld schetsen van de mensen die zich daarmee inlaten – lui die louter voor het geld mensen het leven zuur maken en al hun creativiteit aanwenden om dat zo listig en ongemerkt mogelijk te doen. 

Bent u bang voor uw familie? 

Neen. Door het land te ontvluchten heb ik er bewust voor gekozen om mijn gezin in veiligheid te brengen – meer kan ik niet doen. Angst heeft geen zin. Dat betekent niet dat ik me zonder meer veilig acht – je weet niet wat er kan gebeuren. 

Eén van de centrale thema’s in Hetze is (zelf)censuur

Ik kon bij Kanaal 1 goed observeren hoe dat werkt: onze satirische show werd immers eerst in Vladivostok uitgezonden, en liep vervolgens de tijdszones af. Tegen de tijd dat hij zeven uur later Moskou bereikte, waren de beste grappen er al uit. Je kon de censuur dus live meemaken. Daarom lachten we altijd dat Vladivostok het landsdeel is met de grootste persvrijheid. Bij Dozhd was er geen censuur en soms miste ik die. Censuur is goed voor een schrijver: het maakt zijn observaties scherper, sarcastischer ook. 

Ik denk dat alle journalisten in zekere zin aan zelfcensuur doen. Tegelijk is het moeilijk om in te schatten hoe het regime redeneert en waarom. We zien het ook bij arrestaties: eerst word je opgepakt, dan begint het onderzoek. Ik weet dat ik momenteel 12 jaar riskeer op basis van vier beschuldigingen, maar welke die precies zijn, is niet duidelijk. Dat soort dingen blijkt pas een hele tijd na de aanhouding, je leest de aanklachten dan in de propagandapers, het gaat nooit rechtstreeks. Ach, het heeft geen zin daarover na te denken, waar het op aankomt, is op vrije voeten te blijven. En dus niet te reizen naar Turkije, Rusland of Belarus. Daar word ik bij aankomst ingerekend. 

Frantsisk, het hoofdpersonage uit Ex-Zoon, ziet zichzelf uiteindelijk als ‘verleden tijd, een ex. Een ex-buurman, een ex-bekende, een ex-zoon’. Deelt u dat gevoel? 

Toen ik in 2012 begon te schrijven, domineerde die gedachte, tegen de tijd dat ik ermee klaar was niet meer. Sinds mijn vertrek wil ik juist denken dat ik een wezenlijk onderdeel ben van de toekomst van mijn land, hoezeer de machthebbers mij ook van het tegendeel willen overtuigen.

U hebt het in Ex-Zoon over de collectieve coma waarin Belarus zich bevindt. Is het daar met de mislukte revolutie van 2020 uit ontwaakt? 

Die indruk had ik inderdaad wel. Het hele land deelde de hoop op verandering en kwam op straat. Nu krijgen we het exact het tegenovergestelde, Loekasjenko doet er alles aan om de burger opnieuw in slaap te wiegen. We hebben gefaald, maar de strijd is niet ten einde. Wellicht was het naïef van ons om te denken dat je in een paar maanden komaf kan maken met dertig jaar dictatuur. 

Hoe kijkt u nu terug op die periode? 

Ach, de revolutie heeft om tal van redenen gefaald. Loekasjenko is een onwaarschijnlijk gewiekst  politiek dier, je zou lijvige werken kunnen schrijven over de strategieën waarmee hij zijn macht bestendigt. Bovendien stonden we niet alleen tegenover hem, maar ook tegenover Moskou. We faalden omdat we er niet in slaagden om aan schaalvergroting te doen, in te zetten op stakingen bijvoorbeeld. En ook: een revolutie kan alleen slagen als een deel van de politieke elite overloopt. Dat is niet gebeurd. En dus raakten de demonstranten vermoeid, na zes maanden verdween het enthousiasme, het geloof in de gunstige afloop. 

Had de EU meer kunnen doen?  

Ja, beslist. Tegelijk was het onze strijd, dit moeten we zelf oplossen. Maar dat is onmogelijk zonder af te rekenen met Poetin. De EU moet nu een duidelijke boodschap sturen dat Belarus géén deel is van Rusland. We zijn een onafhankelijke natie, die op nauwelijks twee uur vliegen ligt van de rest van Europa. 

Liggen de kaarten anders sinds de Russische invasie van Oekraïne? 

Ik vrees van wel:  van de ene dag op de andere werden Wit-Russische burgers die vochten voor hun vrijheid gezien als agressors en medestanders van Poetin. Op een literair festival in Genève meende een journalist dat ik niet het recht had om over Belarus te beginnen zolang de oorlog woedt in Oekraïne. Weet je, we willen dat Oekraïne de oorlog wint, maar ondertussen is ons land bezet, onze bevolking gegijzeld door Moskou – en de internationale belangstelling is weggeëbd. Onlangs kreeg ik van een westerse verslaggever te horen dat hij blij was dat de problemen in mijn land waren opgelost. Tja, wat antwoord je dan? 

Welke impact zou een overwinning op Belarus hebben? 

Uit de vele gesprekken die ik met Europese diplomaten voer, maak ik op dat Europa Poetin niet wil laten winnen – want dat zou chaos betekenen voor Europa –  maar evenmin, en om diezelfde redenen, zwaar wil zien verliezen. Het resultaat is een uitputtingsslag, die zich wel beperkt tot één land maar die nog jaren kan aanslepen. 

Tegelijk is de hulp aan Oekraïne halfhartig. Op de dag dat Oekraïne vorig jaar het Eurovisie songfestival won -bedoeld als blijk van sympathie – werd voor een fortuin aan gas uit Rusland ingevoerd. Kijk naar België. In het afgelopen jaar is de handel met Rusland niet afgenomen, ook los van de gestegen gasprijzen. 

U vindt de EU eigenlijk hypocriet? 

Na een recente operatie heb ik een tijdje met krukken gelopen, wat het lastig maakte om bijvoorbeeld te koffers uit te auto te halen. Bij zo’n voorval stond mijn Duitse buurman in Stuttgart toe te kijken. Maak geen schrammen in mijn auto, zei hij, vooraleer hij wegliep. Dat lijkt mij een goede metafoor voor de gevoelens die veel Europeanen hebben bij de oorlog in Oekraïne. 

Bovendien bestaat er geen uniforme houding. Als je aan burgers in Litouwen of Polen en aan mensen in Portugal of Spanje zou vragen om de grenzen te bepalen van het Europa waar ze bereid zijn voor te vechten, dan kreeg je in de beide gevallen een heel andere kaart. 

Hoe gaat het nu in Belarus? 

Ons land is bezet en geïsoleerd, de repressie duurt voort. Er gebeuren gemiddeld twee arrestaties per dag. Het doet er niet toe om wie het gaat. Wat telt, is de boodschap, de angst die aldus wordt gegenereerd. 

Welke impact had uw vertrek op uw schrijverschap? 

Ik heb sindsdien vooral opiniestukken geschreven voor bladen als de Frankfürter Allgemeine Zeitung, Le Figaro of Le Monde. Tevens heb ik aan menig literair festival deelgenomen – ook dat is een morele verplichting. Het goede van romans is immers dat ze jaren na hun oorspronkelijke publicatie nog een nieuw publiek vinden in vertaling, en dus over een veel langere tijd veel meer mensen bereiken dan journalistiek werk. 

Waar begon uw politiek activisme? 

Op de kleuterschool (lacht). Maar ik zou het geen activisme noemen, het )punt is dat ik opgroeide in een land waar veel onaanvaardbare dingen gebeurden, een surrealistisch oord. Als iemand mij vroeger zou hebben gevraagd wat mijn politieke visie was, zou ik verward hebben gereageerd. Er was in Belarus geen politiek debat, er bestonden geen politieke overtuigingen. Om erachter te komen wat ik eigenlijk vond, of tenminste hoe dat genoemd zou moeten worden, heb ik op internet een test ingevuld, anders had ik er geen woorden voor. De inzet van onze strijd waren simpele, fundamentele dingen. Dat mensen niet zomaar gekidnapt zouden worden, gearresteerd of vermoord. Dat het internet niet plotsklaps zou worden uitgeschakeld, omdat het regime dat aan de Oostenrijkse provider opdroeg. Dergelijke zaken zie ik in België nog niet zo snel gebeuren, of wel? 

Meteen na de invasie kwamen er tal van oproepen om alle contacten met Russische kunstenaars en intellectuelen te verbreken. Wat vindt u daarvan? 

Dat strafmaatregelen noodzakelijk zijn, hoor je mij niet betwijfelen. Maar dit is een foute strategie.  In plaats van het Goethe-Instituut in Moskou te sluiten, moeten we er twintig nieuwe worden geopend. De protesten van 2020 waren alleen mogelijk omdat de mensen zich vrij voelden, omdat ze naar het buitenland konden gaan studeren, omdat er zoveel samenwerkingsverbanden bestonden met Europa. Omdat er eventueel een uitweg was. We weten ook uit onderzoek dat mensen in gesloten samenlevingen veel minder geneigd zijn om in opstand te komen dan burgers in open maatschappijen. Is er in het door zoveel honger en gruwel geteisterde Noord-Korea in de voorbije decennia een revolutie uitgebroken? 

Main Source: De Standaard