6 vrouwelijke cartoonisten op Brusselse expo: een vrolijk opgestoken middenvinger

Een cartoon kan dieper snijden dan een academische paper. Het Brusselse Stripmuseum wijdt een grote expo aan scherpe vrouwelijke tekenaars uit Rusland, Mexico, India, Egypte, Syrië en de VS.

Met Draw of Change werd in Cannes zopas een zesdelige docuserie bekroond. De namen van de hoofdrolspelers kent u wellicht nog niet, maar Victoria Lomasko (Rusland), Amany Al-Ali (Syrië), Doaa El-Adl (Egypte), Rachita Taneja (India), Mar Maremoto (Mexico) en Ann Telnaes (VS) zijn in hun moederland bekende, gerespecteerde, zelfs gevreesde namen.

Ze komen uit werelden die ver uiteenliggen en behoren tot verschillende generaties, maar het zijn stuk voor stuk vrouwen die blijven vechten. Met een volharding die bijwijlen grenst aan dwaasheid. Ze nemen het op tegen autoritaire leiders, reactionair denken, en de dogma’s van het patriarchaat, religie en de machocultuur. Hun grafische statements zijn helderder dan menige doorwrochte uiteenzetting.

Niet zelden is hun levensloop nauw verweven met die van hun vader. De pa van Al-Ali bewoog hemel en aarde om haar weg te houden van de onzedige kunstwereld, terwijl die van El-Adl net het pad effende naar haar zelfontplooiing. De vader van Telnaes betwijfelde of je van tekenen kon leven, terwijl die van Lomasko nog voor haar geboorte besliste dat ze carrière zou maken als kunstenaar.

Geen van de zes koos voor de makkelijke weg – eenzaamheid, verdriet, censuur, controverse en zelftwijfel zijn hun deel. Soms eindigen ze voor de rechter of worden hun cartoons gecensureerd. Maar altijd weer krabbelen ze overeind. Ze blijven werken, publiceren boeken, winnen prijzen, worden tentoongesteld. Op tal van plaatsen in de wereld, en nu in Brussel.

Victoria Lomasko

Alles van vroeger is weg en sinds de Russische invasie van Oekraïne geldt dat dubbel. Victoria Lomasko was een internationaal gevierde kritische chroniqueur, maar nu is haar bestaan versmald tot een paar grote koffers en het onmisbare gezelschap van een mensenschuwe kater.

Een haastig vertrek uit Moskou begin maart 2022 mondt uit in een rist korte of lange residenties in meerdere Europese steden. En nu, en straks? Ze ziet alleen tijdelijke oplossingen en administratieve obstakels.

Lomasko zit ingeklemd tussen de dictator in het Kremlin, de schaamte om de oorlog en de schuld door associatie. Hoe meer ze erover nadenkt, hoe minder ze begrijpt waarom het zo vreemd is gelopen: van onwaarschijnlijke westerse lauwering, over een lange, onvrijwillige covidisolatie in Moskou tot een boycot in Rusland.

‘Het is aan mij’, zegt Lomasko, ‘om te kiezen op wie ik me wil concentreren. Op hen die me willen straffen, of op diegenen die proberen te helpen. Maar dit is wat ik tegen de Oekraïense president Volodymyr Zelensky wil zeggen: er is overal plaats voor een artiest of een schrijver. Volgens geboorterecht is de hele wereld van mij.’

Amany Al-Ali

Geen weg is langer dan die van Amany Al-Ali. De enige plek waar een Syrische vrouw vrij is, zucht ze, is in haar graf. Van kindsbeen af moet Al-Ali vechten. Voor kleur, voor een eigen studiekeuze, voor een vrijgezellenleven en voor de cartoons die ze maakt. Zelfs wanneer ze tijdens een livestream wordt gehuldigd als cartooniste bellen haar verwanten haar op met vernietigende opmerkingen over haar verschijning.

Haar jeugd brengt ze door in Saoedi-Arabië, de zomers in het Syrië van haar grootouders. Het is van het zwart dat alles opslokt naar de kleurige jurken van Aleppo. Al-Ali wil tekenen, zo is het altijd al geweest. Het begint bij de mooie lerares artistieke expressie, die haar voorhoudt dat kunst een ontsnapping is en dat ze daar het talent voor heeft.

In haar tienerjaren doet de verzwegen dodelijke ziekte van haar zusje het gezin uiteenvallen. Moeder hult zich anderhalf decennium lang in stilzwijgen en houdt het bed. Vader neemt een jonge bruid. Maar hij laat zijn dochter niet naar de tekenacademie in het Syrische Idlib gaan. Een IT-opleiding lijkt hem keuriger.

Maar Al-Ali blijft stiekem lessen volgen en kansen zoeken. Zelfs wanneer de oorlog in 2011 begint en ze met haar bedlegerige moeder achterblijft.

Mar Maremoto

‘Ze noemen me Mar. Ik heet Mariana, maar niemand kent me bij die naam. Ik woon in Mexico-Stad, een plek waarvoor ik evengoed haat als liefde voel. Ik teken graag en kan borduren – ik hou van mode en oude kleren. Mijn sterrenbeeld is Maagd, ik ben queer en ik huil veel.’ Zo ongeveer beschrijft de Mexicaanse zichzelf op internet. Niet als Mariana Lorenzo, maar als Mar Maremoto. Dat laatste is Spaans voor vloedgolf, en is bedoeld als bekentenis van exuberantie.

Met kwetsbaarheid als raketbrandstof verovert Maremoto evengoed de virtuele als de echte wereld. Haar kleurrijke, dissidente lichamen zijn overal: op murals, posters, illustraties, kaartjes en etiketten.

Het begon met een wekelijkse comic op malvestida.com, een site die luchthartige stukken publiceert over de zin van okselhaar, de gevaren van nepborsten en de power van lenchas, zoals lesbiennes in Mexico worden genoemd.

Midden 2023 wordt Maremoto zowel gevraagd door lgbtq+-organisaties als door Nike. ‘Onze gemeenschap heeft behoefte aan eigen beelden en verhalen’, meent ze. Wat met al diegenen die het daar in een land als Mexico niet zo op hebben begrepen? Maremoto’s voluptueuze personages dienen hen van repliek. Met een vrolijk uitgestoken middenvinger.

Rachita Taneja

Twee stokmannetjes in zwart-wit, één lijntje tekst en de suggestie dat de rechters uit de hand van de regerende hindoe-nationalistische BJP eten. Meer is niet nodig om Rachita Taneja in december 2020 in het beklaagdenbankje te doen belanden. Of ze schuldig wordt bevonden aan smaad valt nog af te wachten, maar de boodschap is duidelijk. Het is met de Indiase democratie zoals met het grondwater in het land: ze slinkt gevaarlijk snel.

Als activiste speelt Taneja in 2016 een belangrijke rol in de juridische overwinning op multinational Unilever, als cartooniste blijft ze heilige huisjes slopen. Sanitary Panels, haar simpele, grappige webcomics, zijn populair én spraakmakend. Sinds ze in juni 2014 de eerste cartoon lanceerde, heeft Taneja een achterban van een kwart miljoen volgers opgebouwd, op Instagram, Facebook en Twitter. Verrassend is dat niet: de jonge Indiase legt de vinger op de wonde. Haar observaties over feminisme, lgbtq+-rechten, censuur, discriminatie en geweld tegen moslims zijn raak en broodnodig.

Ann Telnaes

Voor de lezers van The Washington Post is Ann Telnaes een monument. Ze combineert scherpzinnige politieke commentaar met trefzeker lijnwerk en heeft in de voorbije jaren alle belangrijke Amerikaanse prijzen gewonnen: de Pulitzer (2001), de Reuben (2017) en de Herblock (2022).

Het begon nochtans helemaal anders. Telnaes groeit op in een apolitiek middenklassegezin, studeert aan het door Walt Disney gestichte CalArts Institute en bedenkt vervolgens concepten voor Disney-pretparken. Rond haar dertigste beleeft ze een Paulusmoment, eerst met de live tv-beelden van het Tiananmenbloedbad en dan met een MeToo avant la lettre: Anita Hills getuigenis tegen de aanstelling van Clarence Thomas bij het Amerikaanse Hooggerechtshof.

Telnaes’ boosheid mondt uit in een indrukwekkende portfolio van cartoons, die ze impulsief naar kranten in het hele land stuurt. Met succes. Al gauw maakt ze naam met haar gevatte commentaren op genderkwesties. Ze publiceert ook verschillende boeken: Dick, over ex-vicepresident Dick Cheney, en een abc over ex-president Donald Trump. ‘Dat was een fluitje van een cent,’ zegt ze, ‘bedacht tijdens een lange autorit, met de hond op de achterbank.’

Doaa El-Adl

Doaa El-Adl is een van de weinige vrouwelijke dagbladcartoonisten van Egypte. Ze is zelfs de BBC opgevallen. De Britse openbare omroep rekent haar bij de honderd meest invloedrijke vrouwen in de regio.

De dag dat president Hosni Moebarak uit het zadel werd gelicht, zegt ze, was de gelukkigste van haar leven. Twaalf jaar na dato wordt het democratisch speelveld evenwel steeds kleiner. Kritische ngo’s verdwijnen, alle media staan onder staatscontrole.

El-Adls afgekeurde cartoons stapelen zich op. Haar baas praat er niet langer over met het personeel – kwestie van hen niet te ontmoedigen. El-Adl zegt dat ze haar onschuld kwijt is, net als haar geloof in de politiek en in de helende kracht van revolutie.

Toch blijft ze de grenzen verkennen. Zijn de machthebbers en hun beleid verboden terrein? Dan levert ze onrechtstreeks commentaar en exploreert de maatschappelijke gevolgen. Of ze opteert voor de veilige vluchtheuvel van het internationale nieuws. Zoeken, hard werken, niet wachten, daar komt het voor haar op aan. Bijleren, ontdekken, nieuwe media verkennen. En ondertussen hopen, blijven hopen.

Expo Draw for Change, van 04/07 tot 27/08 in het Stripmuseum, Brussel.

Main Source: Knack.be