Tunesische mensenrechtenactiviste Khadija Cherif
Islamisten aan de macht, doodsbedreigingen aan het adres van liberale media. Wat is er toch met Tunesiës secularisme gebeurd? ‘Heel simpel’, meent feministe en mensenrechtenactiviste Khadija Cherif, ‘het is nooit meer dan een imago geweest, bedoeld voor de export naar het Westen.’
De Arabische Lente heeft veel veranderd voor Khadija Cherif, de nummer twee van de in Parijs gevestigde Internationale Federatie voor de Mensenrechten (FIDH). Tot aan de val van dictator Ben Ali was het voor de organisatie moeilijk werken in Tunesië maar sindsdien wordt het ene communiqué na het andere de wereld ingestuurd. Daarin wordt de overheid opgeroepen om ‘de wet te respecteren’ en op te treden tegen niqabs aan de universiteiten, en tegen Egyptische imams die in Tunis de vrouwenbesnijdenis propageren als betrof het ‘een eenvoudige, esthetische operatie’. “Driekwart van onze problemen”, zegt Cherif met een zucht, “heeft te maken met het gebrek aan vrijheid voor vrouwen.” Nochtans, de Tunesische dames hadden het in menig opzicht beter dan hun Arabische zusters, zelfs ten tijde van de nu verjaagde tiran. Ze waren beter opgeleid, verkregen haast onmiddellijk na de onafhankelijkheid stemrecht (zij het dat er niet veel te kiezen was), konden vanaf 1973 legaal abortus laten uitvoeren, en leefden in het op Turkije na enige moslimland waar polygamie al een halve eeuw is verboden. Alleen, sinds begin vorig jaar staan de modernistische verworvenheden onder grote druk. Dik tien maanden na de dood van de wanhopige groenteverkoper die onbedoeld een jaar van revoluties inluidde, maakt de islam een gigantische comeback. “Ik kom uit een maatschappij”, zo meent Cherif, “waar het patriarchaat sterke wortels heeft. Het bedient zich van religie en traditie om individuele vrijheden te fnuiken, om vrouwen te muilkorven. Dat laatste geeft aan hoe bang men voor ons is. “Westerlingen vragen me wat er met het secularisme gebeurd is. Wel, het is er nooit geweest, er werd de wereld een rad voor de ogen gedraaid. Waarom denk je dat ik zelf activiste werd zo gauw ik politiek bewustzijn kreeg, aan de universiteit? Als jonge vrouw zag ik hoezeer de mogelijkheden en aspiraties van meisjes worden gefnuikt, in vergelijking met die van hun broers. “Maar ik begrijp wat u bedoelt: Tunesië had dankzij onze despotische eerste president, Bourguiba, wel degelijk een modernistisch project. En precies die verwezenlijkingen dreigen nu in het gedrang te komen. Waarom? Ach, het is een samenloop van omstandigheden die uitmondde in maatschappelijke regressie. Tunesië heeft inderdaad een hoge alfabetiseringsgraad maar het onderwijs leed ontzettend onder de dictatuur. Autocratische regimes willen geen individuen die kritisch en autonoom nadenken. Er is geen debatcultuur en dus beschikt het gros van de bevolking niet over de noodzakelijke tools om zich te weren tegen populisme en demagogie. “Een tweede factor is de internationale context van onrechtvaardigheid: de oorlogen in Irak en Afghanistan, de uitholling van de universele waarden en het dubbele discours van het Westen. Veel mensen voelen onmacht en plooien terug op een traditionele, collectieve identiteit. In een dergelijke context kan een simpele boodschap als die van de islam velen overtuigen. “Bovendien blijken de islamisten hun troepen niet onder controle te hebben. IJverige jongemannen willen elkaar de loef afsteken in hun vertoon van de godsvrucht. En zo worden steeds meer meisjes en vrouwen lastig gevallen omdat ze ‘onzedig’ zouden gekleed zijn of zich al te vrij gedragen. Het probleem is niet dat de meerderheid zo zou denken, wel dat de overheid al te weinig optreedt tegen de radicale minderheid. Wat doet een burger die zich niet beschermt weet? Hij of zij neemt het zekere voor het onzekere. En doet een hoofddoek aan om naar een volkswijk te gaan, kwestie van geen risico te lopen. Dat is laakbaar maar begrijpelijk.” Niettegenstaande, zegt Cherif, is het dominante gevoel toch “dat de jongeren in Tunesië zich niet opnieuw willen laten muilkorven, ook niet door de islam. Lees de blogs in de sociale media: elke aanval oogst een storm van verontwaardiging en kritiek, en er worden steunacties opgezet. Kijk, als 41 procent voor de islamisten heeft gestemd, betekent dat ook dat 59 procent dat niet heeft gedaan. Voor mij is dat wat telt. Daar wil ik op verder bouwen.”