De straat tegen de supermacht

De Standaard*, Ma. 02 Sep. 2019, Pagina 34

In Hongkong is zaterdag een nieuwe grens overschreden. De internationale gemeenschap mag zich niet langer afzijdig houden, vindt Catherine Vuylsteke.

De Basic Law, de minigrondwet van Hongkong sinds de overdracht aan China in 1997, stipuleert dat de bevolking de erg machtige chief executive rechtstreeks mag verkiezen. Hoe dat precies zou gaan, staat er niet bij. Sinds 31 augustus 2014 kennen we Pekings visie op democratie: de burger heeft de keuze tussen twee of drie door China geselecteerde kandidaten. Of zoals een Hongkongse onderzoeker het afgelopen week formuleerde: ‘We mogen zelf bepalen welke van de drie rotte sinaasappelen we willen. Wat een vrijheid.’

Dat de vijfde verjaardag van die beslissing zaterdag tot nieuwe protesten zou leiden, stond op voorhand vast. Ik hoorde het de voorbije week ook doorklinken in de vele gesprekken die ik met demonstranten en experts in Hongkong had. De vastberadenheid van de straat neemt

niet af. Toch werd de rally verboden en vervolgens hardhandig uiteengeslagen. In videobeelden die de wereld werden rondgestuurd, is te zien hoe ongewapende demonstranten in de metro in elkaar worden getimmerd door de politie. Tientallen mensen raakten gewond, velen riskeren jaren celstraf voor ‘onwettige samenkomst, vandalisme en buitensporig geweld’.

De agenten, en met name de elite-‘raptors’ die vaak geen kentekens op hun uniformen dragen om identificatie te verhinderen, zetten niet alleen hun wapenstokken in, maar ook klapkogels, pepperspray en traangas. Dat zijn legale wapens om massa’s mee te bedwingen, maar ze zijn niet geschikt – of toegelaten – voor gebruik op geringe afstand en in kleine, afgesloten ruimtes. Op dat moment worden ze potentieel dodelijk. Toch is dat zaterdag gebeurd.

Eerder op de dag werden ook water­kanonnen ingezet, met water waaraan blauwe verf was toegevoegd, zodat de demonstranten na afloop makkelijk konden worden gedetecteerd – en gearresteerd. Onafhankelijke media zoals Hong Kong Free Press berichtten dat de politiemacht werd geflankeerd door undercoveragenten. Lui die zich eerst uitgaven voor betogers, om zich dan tegen hen te keren.

Pokémon Go

Toegegeven, de betoging van zaterdag – de zoveelste in een zomer van protest die op 28 april begon met 130.000 mensen – was verboden. Maar dat waren tal van eerdere rally’s evengoed. Bovendien, hoe rijm je zo’n maatregel met ‘één land, twee systemen’, dat Hongkong vijftig jaar lang van verregaande autonomie en burgervrijheden verzekerde?

In het verleden omzeilden de demon­stranten het demonstratieverbod door bijvoorbeeld te beweren dat ze een spelletje Pokémon Go speelden, dat kon toch niet illegaal zijn? Zaterdag riepen ze hun medestanders op om een ‘religieuze optocht’ te houden, ook dat kan zonder voorafgaandelijke toestemming.

Met slogans als ‘Sing Halleluja to the Lord’ gingen duizenden mensen in de gietende regen op pad. Ze probeerden naar het hart van de macht te trekken: het Liaison Office van de Volksrepubliek en de residentie van chief executive Carrie Lam. Toen dat niet lukte, wierpen ze barricades op, stookten vuurtjes en gooiden met stenen en molotovcocktails.

Was het een actie van een kleine, van de maatschappij vervreemde groep van jonge heethoofden, ‘hardcore elementen die hun criminele activiteiten tot nieuwe extremen hebben doorgedreven’, zoals de Engels­talige South China Morning schrijft? Ik ben zeker van niet. Die voorstelling van de feiten geeft alleen aan dat China ook de strijd om de mediacontrole aan het winnen is. De voorbije maanden heeft die Engelstalige krant – ooit het vlaggenschip van de persvrijheid een genuanceerd beeld geschetst van de demonstranten. Nu zijn de maskers afgevallen. Als het erop aankomt, dicteert Peking de redactionele lijn van de krant, die in december 2015 door multimiljonair Jack Ma (de ceo van Alibaba) is overgenomen.

Provocaties

Wat opvalt, is hoezeer de Hongkongse overheid en haar meesters in Peking de demonstranten proberen te provoceren en tot geweld proberen te verleiden. Alle legale protestmogelijk­heden worden afgeblokt, de bereidheid om met de demonstranten te praten is onbestaande en de voorbije dagen werden tal van kopstukken van het democratische blok gearresteerd. Ze kwamen later vrij op borg, maar het signaal was gegeven.

Op donderdag had Carrie Lam het over ‘het gebruik van alle wetten die tot onzer beschikking staan’. Zal ze, zoals sommigen vrezen, de noodtoestand afkondigen? Deze uit de koloniale tijd daterende wet is sinds 1967 niet meer aangewend. De meeste waarnemers achten de kans klein. Het mobiliserende effect zou gigantisch zijn. Waarin zou Hongkong dan nog verschillen van elke andere Chinese stad?

Het is niet voor het eerst dat de overheid probeert om de democratiseringsbeweging te ontwapenen door haar in de hoek te duwen. Bij de bestorming van het parlementsgebouw op 1 juli – de 22ste verjaardag van de overdracht aan China – gebeurde iets vergelijkbaars. Honderden demonstranten hielden het gebouw toen urenlang bezet zonder dat de politie optrad. Hoopten de autoriteiten dat ze grootschalige vernielingen zouden aanrichten, waardoor ze de steun van de publieke opinie zouden verliezen? Zo lijkt het wel, al gebeurde geen van beide. Veel Hongkongers begrepen toen juist dat de acties wel harder moesten worden, als vreedzame protesten van meer dan een miljoen mensen niet uitmonden in een constructieve overheidsreactie.

De slogan die op het parlementsgebouw werd gespoten, dook zaterdag opnieuw op: ‘Jij (de overheid) bent het die ons leerde dat vreedzaam protesteren geen zin heeft.’ Het is de straat tegen de supermacht. Wanhopig en haast bij voorbaat verloren. De internationale gemeenschap mag zich niet langer afzijdig houden. De Hongkongse strijd is ook de onze.