Het Marokkaanse referendum over een nieuwe grondwet op 1 juli zorgt ook onder de 300.000 Marokkanen in België voor beroering. Debat is uit den boze. Googel de naam van democratiseringsactivist Radouane el-Baroudi en je botst op een videofilmpje met als titel ‘Bericht aan de verrader’. En hij is niet de enige verdediger van de ‘Jeugd van 20 Februari’ in België die wordt beschimpt.
Nadia Oussehmine (30) heeft sinds het begin van de Arabische lente een Engelstalige blog over het geboorteland van haar ouders. “Ik had het gevoel dat er weinig aandacht was voor Marokko. De revoluties in Tunesië, Egypte en later Libië en Syrië werden opgemerkt, maar het leek alsof Marokko onder de radar bleef. Nochtans: het feit dat 300.000 mensen eensgezind op straat kwamen om fundamentele hervormingen te eisen, was absoluut historisch. Voor het eerst was de angst verdwenen, de angst die al regeert van tijdens de ‘jaren van lood’, zoals de dictatuur wordt genoemd van de in 1999 overleden koning Hassan II, de vader van de huidige vorst Mohammed VI.”
Via haar blogs kwam Nadia in contact met andere democratiseringsactivisten die de Jeugd van 20 februari, zoals de nieuwe oppositiebeweging in Marokko wordt genoemd, vanuit België via onder meer Facebook en Twitter wilden ondersteunen. “Toegegeven, ik voel me meer Belgisch dan Marokkaans. Noem het de invloed van de katholieke scholen in Wachtebeke en Zelzate, waar ik studeerde. Dat we kritisch moesten zijn, leerde ik daar, en dat je de dingen in vraag moet stellen om een eigen, onafhankelijke mening te vormen. Maar in het vaderland van mijn ouders, waar we jaarlijks op vakantie gingen, was dat allesbehalve een geschikte attitude.”
“Mijn betrokkenheid is evenwel gebleven. Terwijl de meeste overzeese Marokkanen in Casablanca of Agadir beschouwd worden als apolitieke melkkoeien die zo snel mogelijk van hun geld ontdaan moeten worden en die zich alleen interesseren voor oppervlakkige vakanties aan het strand, in de medina of in de discotheek, wil ik proberen bruggen te slaan tussen de jongeren daar, die vechten voor een democratische toekomst, en de allochtonen hier. Maar dat wordt ons niet in dank afgenomen. Een poging tot debat eindigt prompt in een scheldpartij met zogenaamde ‘amicals’, spreekbuizen van het regime die ook hier talrijk aanwezig zijn.”
Verketterd
Bij Radouane el-Baroudi (31) was het zijn vader die hem een politiek geweten schopte. In tegenstelling tot de meeste Marokkanen die hier in de jaren zestig als zogenaamde gastarbeiders kwamen werken, was Mohammed el-Baroudi een politieke balling, een medestander van de in 1965 ‘verdwenen’ linkse activist Mehdi Ben Barka. “Ik was 15 toen ik er voor het naar Marokko kon gaan, met in mijn hoofd kleurrijke verhalen van mijn vader over het platteland rond Casablanca, de graanschuur van het land.”
“Ik was geschokt door wat ik zag. Het landschap was er een van wanhoop, misère en grootschalige stadsvlucht. Toen ik er hem bij mijn terugkeer mee confronteerde, haalde hij de schouders op. ‘Ik heb je mijn Marokko gegeven, zoals ik het me herinner. Jij zult het jouwe moeten opbouwen’, zei hij. En dat heb ik ook geprobeerd. Ik nam me voor om de modale burgers te leren kennen, de dorpelingen die het gros van de bevolking uitmaken. Hun situatie is nauwelijks verbeterd: de misère, de corruptie, de slechte gezondheidszorg en de onderontwikkeling zijn gebleven. Jongeren hebben geen perspectieven, vandaar hun roep om verandering. Alleen voor de toeristen werd het beter. Die kregen nagelnieuwe tolwegen en resorts.”
Net als zijn vader neemt Radouane geen blad voor de mond, zelfs als dat betekent dat hij door de allochtone gemeenschap wordt verketterd. Googel zijn naam en je botst op een videofilmpje met als titel ‘Bericht aan de verrader’, met vermelding van zijn volledig adres, zijn telefoonnummer en zelfs zijn werkgever. “Er is volstrekt geen cultuur van debat en overleg. Als je stelt dat de zogenaamd fantastische nieuwe grondwet oude wijn in nieuwe zakken is, dan loopt het gesprek uit de hand. Bij de bakker, de kapper… Elke dag maak ik dat mee, maar dat moet dan maar. Zwijgen is medeplichtig zijn. Waar is je respect, zeggen ze dan, voor de koning als ‘voorganger der gelovigen’. Je wordt verondersteld als goede moslim de rangen te sluiten, uit een soort van misplaatst patriottisme.”
Radouane verdedigt zich nu met zijn camera. ‘Ik heb alle Franstalige politici en artiesten van Marokkaanse afkomst benaderd met de vraag of ze hun mening willen geven over de Arabische lente en de Marokkaanse beweging van 20 februari. Slechts een handvol was bereid tot een interview. De rest is bang, neemt geen risico, wil altijd aan de juiste kant staan.”
Repressief
Een van de mensen die reageerden, was ex- Ecolo-parlementslid en psycholoog Fouad Lahssaini (51), die 30 jaar geleden in België kwam studeren. “Ik herinner me nog de inschrijving aan de ULB, en het citaat van de negentiende-eeuwse wiskundige Henri Poincaré in het eerste artikel van het statuut van de universiteit. ‘Het denken moet zich nooit onderwerpen (…), anders houdt het op te bestaan.’ Ik kon haast niet geloven wat ik las, zo haaks stond deze gedachte op alles wat me was geleerd. In een cultuur van angst en van geweld zijn we in Marokko opgegroeid, en die is hierheen geëxporteerd. Als je wilt begrijpen wat er aan de hand is met die kleine groep jonge, criminele Marokkanen, die het voor iedereen, ons voorop, verziekt, moet je evengoed daar naar terug. Intimidatie in plaats van debat.”
“Ik denk dat de meeste Belgen zich er niet bewust van zijn in welke mate het Marokkaanse regime repressief is gebleven, hoe modern M VI zich ook voordoet. Die onderdrukking repliceert zich ook in de gemeenschap hier. Er zijn tal van organisaties wiens enige taak erin bestaat op te treden als spreekbuis van de overheid en dus van de koning. Elke verkozene, of het nu om een gemeenteraadslid dan wel om een parlementslid gaat, wordt ontboden op de ambassade, om hem of haar voor te houden dat de eerste loyauteit die aan de eigen afkomst is. Dat verklaart waarom de meesten hun mond houden en waarom zij die niet zwijgen zo vijandig worden bejegend. Aanstaande zondag maken we een video waarin we gewone mensen aan het woord laten over de noodzaak van een boycot van het referendum en waarom een tekst die eenzijdig wordt samengesteld en dan gauw gauw aan een stemming wordt onderworpen, niet democratisch genoemd kan worden. Benieuwd hoeveel rabiate aanvallen dat weer genereert.”