Een revolutie is geen voetbalmatch

Egypte’s beroemdste schrijver, Alaa as Aswani (58), dissecteert in zijn nieuwe roman, ‘De Automobielclub van Caïro’, de relatie met het Westen en de valkuilen van de macht. ‘We achten elkaar ten onrechte collectief schuldig’.

Tandarts-schrijver al Aswani (58) is een superster in de Arabische wereld. Van zijn al even kaleidoscopische als carnavaleske roman ‘Het Yacoubian’ (2002) werden meer dan 1 miljoen exemplaren verkocht. Er volgden twee bundels van kortverhalen en essays en in 2013 publiceerde al Aswani zijn volgende grote roman, ‘De Automobielclub van Caïro’, die nu in Nederlandse vertaling is verschenen.
Het is een upstairs-downstairs verhaal dat zich afspeelt aan het einde van de Britse kolonisatie, eind jaren veertig. De nog steeds bestaande Automobielclub was in die tijd een louche toevluchtsoord voor rijke buitenlanders en een geheim nest voor de niet bij naam genoemde laatste vorst, koning Farouk I. Deze dikkerd kon 60 oesters eten en zijn seksuele wraatzucht was een publiek geheim.
Spilfiguur is Alkoe, de Nubisch-Soedanese lijfknecht en vertrouweling van de koning. Jegens buitenlanders is hij erg kruiperig maar het personeel kent hem als een medogenloze heerser, die zijn lijfstraffen laat uitvoeren door een hem overal vergezellende gemenerd.
Of ‘De Automobielclub’ hetzelfde internationale succes zal kennen als ‘Het Yacoubian’ zal nog moeten blijken maar al Aswani gaat er alvast prat op dat het dezer dagen vertalingen regent. ‘Mijn boeken zijn onderhand in 35 talen te lezen’, zei hij afgelopen weekend op het literaire festival ‘Winternachten’ in Den Haag.
‘Ook mijn opiniestukken vinden hun weg naar alle grote bladen’, lacht hij de volgende ochtend, terwijl hij in zijn vierde dubbele espresso roert. ‘Maar in mijn eigen land is de wekelijkse column in het dagblad al Masry Al Youm afgevoerd sinds het aantreden van president al-Sisi in juni 2014. En ook op radio en televisie ben ik niet meer welkom’.
Dat was in de eerste jaren na de val van president Hosni Moebarak in februari 2011 wel even anders. Al Aswani was een van de boegbeelden van de strijd tegen het geweld, de corruptie en het nepotisme van de dictator en kort na diens gedwongen aftocht was hij de eerste schrijver in decennia tijd die live op tv ‘in debat’ mocht gaan met de kersverse, nog door Moebarak aangestelde, premier Ahmed Shafik. Het gesprek liep uit op een scheldkanonnade en de volgende dag werd de eerste minister door de militairen gewipt.

U hebt iets met gebouwen. In ‘Het Yacoubian’, evengoed als in de nog steeds bestaande ‘Automobielclub van Caïro’ vormt een iconische plek een microcosmos.
‘Dat ligt me gewoon. Die plaatsen stellen je in staat om verhalen samen te brengen die de scheidingslijnen van klasse, ras of religie overstijgen. Het is een bekend procédé natuurlijk, kijk naar Parijs in ‘La Condition Humaine’ van Honoré de Balzac of naar Dublin in James Joyce’s ‘Ulysses’.
‘Wat telt is dat het maatschappelijk relevante oorden zijn die ik goed ken. In het Yacoubian had ik mijn eerste tandartenpraktijk. Tegelijk was dit gebouw lange tijd een van de meest cosmopolitische plaatsen van de stad. Er huisden, Egyptische, Europese en joodse families.
‘De Automobielclub leerde ik als kind kennen. Mijn vader nam me vaak mee als hij er voor besprekingen heen moest, dan mocht ik ‘spelen’ met het personeel. Ik herinner me nog de wonderlijke verhalen die ze over de koning vertelden. Het interessante aan de Club zijn bovendien de scherpe sociale en culturele tegenstellingen, die eigenlijk tot vandaag doorwerken in de hele maatschappij’.

U schetst een weinig fraaie ontmoeting tussen buitenlanders en Egyptenaren. Club-directeur James Wright is een hypocriete racist die meent dat Groot-Brittannië een gigantisch offer brengt met zijn bereidheid om ‘de beschaving te verspreiden onder de barbaren’.
‘Wright was een van de moeilijkste personages waar ik ooit mee te maken had. Altijd weer moest ik mijn weerzin overwinnen, maar hij liet zich niet wegduwen. In dat opzicht ben ik het eens met Isabelle Allende, in haar overtuiging dat schrijvers hun personages niet verzinnen, maar door hen worden benaderd.
‘Wellicht komt het omdat ik in het echte leven geregeld heerschappen als Wright tegenkom. Ze zijn niet zo flagrant racistisch als hij, maar dat is slechts een vernislaagje beschaving. Waarin verschilt Wright bijvoorbeeld van Donald Trump, Marine Le Pen of Geert Wilders?
‘En het geldt ook in bredere zin. Kijk naar de opiniepeilingen van het Pew Research Center : de helft van de Fransen en de Spanjaarden vonden immigranten afgelopen zomer ‘een last voor het land’, en onder Italianen en Grieken was dat bijna 70 procent. We zijn ver af van de situatie waarin we allemaal mensen zijn met dezelfde rechten en dat moeten we onder ogen zien.
‘Bovendien is er naast James evengoed zijn dochter Mitsy, die het echte leven van de Egyptenaren wil leren kennen. Ook dat soort mensen zie ik overal, welmenende burgers die zich machteloos voelen tegenover het onrecht in de wereld.
‘Met die erg tegengestelde personages wil ik brandhout maken van de theorie van de collectieve verantwoordelijkheid, die zowel in de Arabische wereld als in het Westen steile opgang maakt. In mijn land moet ik opboksen tegen het overtuiging dat alle westerlingen verantwoordelijk zijn voor de tragedie in Irak, terwijl ik weet dat honderdduizenden mensen in 2002 op straat zijn gekomen tegen de VS-invasie van dat land. En hier in Europa kan ik me niet ontdoen van de indruk dat ‘Arabier’ een bijklank heeft van zeloot en terrorist’.

De Automobielclub gaat tevens over het dilemma tussen de stabiliteit onder een dictator en het risico van het verzet daartegen. Een verwijzing naar de Arabische Lente?
‘Het komt er voor een schrijver altijd op aan om dwingende, actuele thema’s te kiezen, zelfs als het verhaal zich in een ander tijdsgewricht afspeelt. Ik zag dat spagaat tussen de ‘veilige’ dictatuur en de gevaarlijke strijd ook in mijn eigen familie. Tijdens de protesten belde mijn ex-vrouw me met het dringende verzoek om onze zoon Seif naar huis te sturen aangezien er met scherp werd geschoten. Als ik de jongeren publiekelijk had opgeroepen om ongeacht de risico’s te blijven betogen, kon ik mijn eigen kind dan aanmanen om te vertrekken? Ik dacht het niet. Als Seif iets overkomt, antwoordde ze, dan ben jij verantwoordelijk. Ik begrijp die reactie, al ben ik het er niet mee eens. Maar dat verklaart waarom helden altijd uitzonderingen zullen zijn, waarvan we ons soms afvragen of de prijs die ze betaalden, niet te hoog was’.

Vijf naar na de val van Moebarak zou je je die vraag inderdaad kunnen stellen. De eerste vrije verkiezingen resulteerden in een islamistisch regime dat werd afgezet en onderhand regeert een militaire dictator met weinig respect voor vrijheid of mensenrechten. Is de Revolutie mislukt?
‘Neen, ze is nog bezig. Dit regime is een voortzetting van dat van Moebarak, alleen de façade is anders. En Mohamed Morsi had merkwaardig genoeg veel gemeen met onze oude dictator. Beide waren leiders van fascistische systemen. Ze zijn anti-intellectueel, geloven in hun eigen almacht en achten het volk niet in staat om zelf beslissingen te nemen. Bovendien hadden ze elkaar nodig om zich te handhaven. Zonder dictatuur geen blind, rabiaat geloof, en zonder extremisten geen rechtvaardiging voor de mensenrechtenschendingen.
‘Een revolutie is geen voetbalmatch, die na 90 minuten een duidelijke overwinnaar oplevert en de inzet ervan is niet politieke maar menselijke verandering. Niet alleen het Moebarak-regime, maar de hele bestaande orde had haar houdbaarheidsdatum overschreden. De discriminatie van vrouwen, het patriarchaat, de scherpe klassetegenstellingen, het nepotisme,.. de Egyptenaar had er genoeg van’.

Toen Morsi het al te bont maakte, waren het de militairen die hem begin juli 2013 afzetten. U was daar aanvankelijk erg opgetogen over, was dat een misrekening?
‘Neen. Morsi en zijn medestanders waren het land aan het vergiftigen en het is maar de vraag of er nog nieuwe verkiezingen zouden gehouden worden, eenmaal zijn mandaat was verstreken. Er was ook steeds meer geweld, het land verkeerde op de rand van een burgeroorlog. Dat rechtvaardigde het militaire ingrijpen. Alleen hoorde Sisi zich vervolgens niet te profileren als presidentskandidaat. Ik heb toen persoonlijk campagne gevoerd voor de socialistische tegenkandidaat Hamdeen Sabahi, maar de uitslag is bekend’.

Sisi won, en de oude problemen zijn er nog steeds..
‘Mentaliteitsverandering is een langzaam proces. Maar wat me optimistisch stemt, is de gigantische kloof tussen de oude generatie en de jeugd, die de helft van de bevolking uitmaakt. De jongeren willen niet meer plooien voor een abusieve vader-leider-president en de revolutie heeft hen geleerd dat verandering mogelijk is, als je maar talrijk en eensgezind genoeg bent. Het is dus een kwestie van tijd.
‘Weet je, fundamenteel is geen enkele revolutie in de geschiedenis mislukt, al duurde het vaak lang voor de vruchten ervan konden worden geplukt. Na de Franse Revolutie ging het toch ook eerst slechter vooraleer het beter werd?’