Nigeria – Homoactivist Davis Mac-Iyalla over een fenomeen dat in zijn land officieel niet eens bestaat

Op zich had Davis alles om een geslaagd leven tegemoet te gaan: hij komt uit de elite van de zuidelijke Riverstaat en is de zoon van een gepensioneerde militair en een overheidsfunctionaris. Als kind studeerde hij goed en hij schopte het tot leraar en zelfs tot directeur van een episcopale lagere school. “Het liep evenwel mis”, vertelt hij, “toen de bisschop die me benoemd had overleed. Die man was bijzonder progressief, hij keek naar wat je presteerde, niet naar wat je in bed deed. Ook hield hij ervan dat je met eerlijke meningen durfde in te gaan tegen het establishment.”
Maar een paar weken nadat de geestelijke in 2003 was overleden, werd Davis in een brief bedankt voor zijn diensten. “Als me dat in Europa was overkomen, was ik naar de rechter gestapt. Maar in Nigeria is dat niet zo’n simpele zaak. Bovendien wreven ze me niet aan dat ik homo was, maar kwam men met verhalen over fraude, die ik gelukkig kon weerleggen”.
In 2005 lanceerde de groep Changing Attitudes binnen de anglicaanse kerk, waartoe Davis behoorde, een oproep om te zien hoe het met de rechten van homo’s en lesbiennes gesteld was. “De Nigeriaanse clerus weigerde daarop in te gaan. Er bestonden geen homo’s, heette het, dus moest er ook niet over dat thema worden gedebatteerd.”
Het is precies die ontkenning van de seksuele minderheid die Davis ertoe aanzette om in datzelfde jaar met zo’n 35 anderen Changing Attitudes Nigeria te stichten, de allereerste homo-organisatie van het land. “De enige initiatieven die er bestaan, zijn zogenaamde aidspreventiegroepen. Aangezien homoseksualiteit nog altijd in het strafboek staat, een koloniale erfenis, durft niemand zich als dusdanig te uiten. Ook bij feministische groepen vind je niet veel steun. Daar heet het dat ze het al moeilijk genoeg hebben om zich te handhaven, laat staan dat ze er een heikele kwestie als de onze zouden bijnemen.”
Davis zegt dat zijn moeder altijd wel heeft geweten dat haar zoon ‘anders’ was, en ze heeft hem op zijn zestiende ook met een vriendje betrapt, maar veel heeft ze niet gezegd. Zijn plannen om met Changing Attitudes Nigeria te beginnen heeft hij niet met haar of andere familieleden besproken. “Ze zouden er alles aan hebben gedaan om het te verhinderen”, legt hij uit. “De mentaliteit is er heel sterk één van doen alsof je neus bloedt wanneer het gevoelige dingen als homoseksualiteit betreft. Maar toen ik in een paginagroot interview in de pers uitlegde waar het ons om te doen was, was het hek wel helemaal van de dam”.

Drie dagen en nachten in de cel

Zijn hele familie was razend. Tot op heden zweert een van zijn broers dat hij hem zal afmaken als hij hem ziet en alleen zijn moeder blijft met Davis in contact. “Die boosheid”, zegt hij, “gaat eigenlijk maar over één ding: de schande die het hen oplevert een homoseksuele broer te hebben. Alsof ik het zo gewild heb!”
Zowel de kerk als de overheid heeft zich flink geroerd sinds het interview. De eersten zeiden dat er geen enkele man met die naam tot hun gelovigen behoorde en sommigen beweerden zelfs dat hij helemaal niet bestond. De overheid probeerde er een wetsvoorstel door te krijgen waardoor het zelfs strafbaar zou zijn voor journalisten om een interview met een homoseksueel te publiceren of uit te zenden. “Alleen door grote druk van het Westen kon dat worden afgevoerd. Alleen heeft het nieuwe staatshoofd daar nu een variant op ingediend. Andermaal is dus druk nodig”.
“De concrete consequentie van dergelijke wetsvoorstellen is dat ook de ordediensten jacht op ons maken”, legt Davis uit, terwijl hij een litteken op zijn arm toont. Dat ze hem ook al een keer drie dagen en drie nachten zonder eten of drinken hebben opgesloten in een cel in Abuja, zegt hij. “Daarom moest ik vertrekken, maar vanuit Londen voer ik verder strijd voor de homo’s en lesbiennes in mijn land. Homoseksualiteit moet uit het strafrecht, maar de uitsprak dat er geen homo’s zijn in Nigeria, zoals onze regeringsvertegenwoordigers op de VN-Mensenrechtencommissie vorige week vertelden, geeft aan dat de strijd verre van gewonnen is.”
Davis Mac-Iyalla:
Omdat homoseksualiteit nog in het strafboek staat, durft niemand zich als dusdanig te uiten
n Davis: ‘Door druk van het Westen is een wetsvoorstel afgevoerd waardoor het strafbaar zou zijn een interview met een homo te publiceren of uit te zenden. Het nieuwe staatshoofd heeft daar nu een variant op ingediend. Andermaal is dus druk nodig.’