Hoe Ahmad Massoud het gezicht van het verzet werd in Afghanistan

Toen de taliban de Afghaanse hoofdstad Kaboel veroverden, werd Ahmad Massoud het gezicht van het binnenlandse verzet. Militaire ervaring had hij niet, wel een Brits diploma en een iconische vader.

Joost mag weten wat er zich de voorbije week precies heeft afgespeeld in de Panjshirvallei, op 120 km ten noordoosten van Kaboel. De telefoonverbindingen zijn verbroken, het internet werkt niet meer. Zowel de Taliban als het door de jeugdige Ahmad Massoud geleide Nationaal Verzetsfront van Afghanistan (NRFA) gewagen van grote vijandelijke verliezen. 

Vast staat dat al dagen hevig wordt gevochten en dat de vallei is omsingeld. Kwatongen beweren dat de voorraden voedsel en medicijnen slinken. Vrijdag circuleerden geruchten over de nakende victorie van de Taliban. Strijders in de hoofdstad bouwden prompt een feestje, met vreugdesalvo’s die volgens sommige bronnen zelfs resulteerden in dodelijke slachtoffers. 

De zegeclaims werden al snel gecounterd door een tweet van Massoud, waarin hij ‘de Talibanleugens aangaande onze overgave’ hekelde. ‘Opgeven staat niet in mijn woordenboek’, aldus nog de verzetsleider. Tevens kwam er een videoboodschap van gewezen vice-president Amrullah Saleh, een Panjshiri die zichzelf na de vlucht van president Ashraf Ghani uitriep tot ‘constitutioneel staatshoofd’. Saleh vervoegde het NRFA midden augustus. De gevechten zijn ‘moeilijk’, aldus Saleh, maar ‘de vastberadenheid van de strijders is exceptioneel groot’.

Naar eigen zeggen beschikt het verzet over enige duizenden goed getrainde manschappen, lokale mensen evengoed als recente overlopers van het reguliere Afghaanse leger en de Afghan Special Fortes. In de voorbije jaren werden veel wapens gestockeerd omdat velen al vreesden ‘dat dit moment zou komen’. Maar toereikend zijn de voorraden niet. Midden augustus al vroeg Massoud de internationale gemeenschap om hulp via opiniestukken in de Washington Post en in het Franse blad La règle du Jeu. Daarin argumenteerde hij dat Afghanistan een onderhandelde machtswissel verdient en een nieuwe regering die inclusiviteit, mensenrechten, gendergelijkheid, aansprakelijkheid en goed bestuur hoog in het vaandel draagt. Volgens Massoud wordt het Afghanistan van de Taliban daarentegen een toevluchtsoord voor de internationale jihad. Daarom moet het Westen het verzet uit eigenbelang steunen. 

Of de politici in Washington, Londen, Parijs of Berlijn daar veel oren naar hebben, valt te betwijfelen. Ze zijn bovenal opgelucht dat het militaire debacle achter de rug is. Peking en Moskou zijn evenmin geneigd tot steun. Zij willen juist via betere banden met de Taliban aan terrorismebestrijding doen. President Xi heeft het vooral gemunt op de Oeigoerse jihadisten die zich in Afghanistan kunnen ophouden, zijn Russische collega Putin wil samenwerking aangaande strijders uit de Kaukasus. 

Het is moeilijk te voorspellen hoe lang een voorlopig alleen door buurland Tadzjikistan geholpen Massoud het kan uitzingen. Maar dat de verovering van de Panjshir sowieso een moeilijke klus is, betwijfelt niemand. De smalle, door hoge bergen omzoomde vallei die uitmondt in de Hindu Kush, is slechts via één weg toegankelijk. Je komt er alleen in via Gulbahar. Wie niet vertrouwd is met het terrein, belandt in een val. Zo ging het in de voorbije decennia toch. De Panjshir werd sinds het begin van de oorlog eind jaren zeventig nooit door een vijandelijke macht ingenomen. Niet door de Sovjets, die het in de jaren tachtig een half dozijn keer probeerden, en evenmin door de Taliban een decennium later.

De vallei is het hartland van de etnische Tadzjieken – goed voor een kwart van de 38 miljoen Afghanen –en bovenal de geboortegrond van de vader van Ahmad Massoud, de vermoorde Ahmad Shah Massoud (1953-2001). Ze noemden hem de ‘Leeuw van de Panjshir’ en sinds het verdrijven van de Taliban zelfs de ‘Nationale Held van Afghanistan’. De voorbije twee decennia wemelde het in Kaboel van de Massoud-billboards en ook in termen van merchandising ging het hard. Tot deze zomer waren vlot tapijten, t-shirts of koffiemokken met zijn beeltenis verkrijgbaar en werd zijn dood op 9 september herdacht als Massoud-dag. 

Zowel de legendarische commandant als zijn zoon zijn immers bigger than life. Onbaatzuchtige redders des vaderlands. Zuivere revolutionairen. Erfgenamen van mystieke moslimtradities. Lees de internationale media en je móet wel besluiten dat genialiteit genetisch wordt bepaald. Drie jaar na de vernederende Sovjetterugtrekking van 1989 noemde Robert Kaplan palief in de Wall Street Journal ‘de Afghaan die de Koude Oorlog won’. Eigenhandig zowaar. Dat de VS de verschillende moedjahediengroepen via hun Pakistaanse bondgenoten tien jaar lang miljarden aan wapens en bijstand hadden geleverd, deed even niet ter zake. 

En kijk naar de zoon, dertig jaar later, bij de al even beschamende westerse aftocht. Hij wordt in diezelfde krant nu omschreven als ”de Afghaan die zich tegen de Taliban verzet’. 

Ook veel biografen neigen tot superlatieven als ze het over vader Massoud hebben. De hoogbejaarde Britse journalist Sandy Gall gewaagt in zijn pas verschenen boek van de ‘Napoleon van Afghanistan’, terwijl de Argentijnse Marcela Grad het heeft over ‘een ‘mens zoals er elke eeuw maar één wordt geboren’. In ‘Massoud: An Intimate Portrait of the Legendary Afghan Leader’ (2009) zet ze een gevoelige man neer die meer luistert dan hij spreekt. Hij is een zielsverwant van de 13de eeuwse mystieke dichter Rumi, iemand die graag versregels reciteert aan de rivieroever. ‘Hoe meer ik me in hem verdiepte”, zegt ze aan de telefoon vanuit Los Angeles, ‘hoe meer ik besefte dat dit een man was die niet alleen vocht voor zijn eigen land maar ook voor verdraagzaamheid en vrede in de hele wereld. Zo is het ook met zijn zoon nu. Daarom moeten we hem helpen’, meent Grad, die momenteel werkt aan een film over haar grote held. 

Che Guevara

Vader en zoon Massoud worden allebei als charismatische dertigers voorpaginanieuws. Ze zijn even fotogeniek als Che Guevara. stralen kracht en elegantie uit en ogen tegelijk vriendelijk en vastberaden. Hun fysieke gelijkenis is opvallend en de vestimentaire arrangementen doen de rest. Zelfde traditionele bruine muts, identiek jasje, even lange baard. Hoe vaak zou zoon Ahmad geoefend hebben vooraleer hij zich de lichaamshouding, het stemtimbre en de blik van zijn vader wist eigen te maken? 

”Hij heeft bijna geen andere troeven, de link met zijn vader is Ahmad Massouds belangrijkste politieke kapitaal’, meent Romain Malejacq, assistent-professor aan de Nijmeegse Radboud University en auteur van ‘Warlord Survival: The Delusion of State Building in Afghanistan’ (2019). ‘Ik betwijfel overigens of zijn populariteit, zelfs in de Panjshir, vergelijkbaar is met die van zijn vader. Dat was een doorwinterde strijder, een briljant strateeg, die zich op het slagveld had bewezen. Zoonlief daarentegen, heeft geen militaire ervaring. Bovendien zijn de Afghanen  oorlogsmoe. Ik zie weinig appetijt voor een voortzetting van de strijd, tenzij de Taliban een rampzalige koers varen die mensen tot verzet drijft’. 

Malejacq gelooft niet dat vader Massoud veel moeite zou hebben met het bewust gecreëerde imago van zijn zoon. ‘Als hij de meest succesvolle van alle moedjahedienleiders is geworden, dan is dat net omdat hij de uitzonderlijke gave bezat om de taal van de buitenlanders te spreken en zich te presenteren als de beste hoop voor zijn land Vooraleer hij in het midden van de jaren zeventig het islamistisch verzet tegen het Afghaanse communistische bewind vervoegde, zat Massoud in Kaboel op de Franse middelbare school Istiqlal, waardoor hij enig Frans sprak. Zijn zoon studeerde aan Britse universiteiten en heeft daar een westers referentiekader opgebouwd, wat hem op zijn beurt handig uitkomt.

‘Ahmad Massoud heeft de strategieën van zijn vader goed bestudeerd. Die man besteedde ongemeen veel aandacht aan zijn relaties met de westerse pers als vehikel voor internationale diplomatie. Hij ontving zeer geregeld journalisten, niet zelden voor langere periodes. Zijn broer Ahmad Wali vertegenwoordigde hem in Londen en beschikte over een groot netwerk van contacten. Hij nodigde reporters uit voor avontuurlijke field trips. Trouwe medewerkers haalden hen in het Pakistaanse Peshawar op en brachten hen naar de Panjshirvallei, waar ze logeerden in een speciaal daarvoor gebouwd gastenverblijf’. 

Die hele pr-operatie legde Massoud geen windeieren. Mensen als de Franse journalist en schrijver Bernard-Henri Lévi bezochten de etnisch Tadzjiekse commandant herhaaldelijk, in 1998 deed hij hem zelfs de Gaulle’s oorlogsdagboeken cadeau. Zelfs op Massoud Jr maakten die een diepe indruk; in de voorbije jaren verwees hij er herhaaldelijk naar. 

Lévy is tot op heden een van Massouds trouwste buitenlandse pleitbezorgers. Hij was de afgelopen weken veelvuldig op de Franse televisie en hield hartstochtelijke pleidooien voor hulp aan het verzet. Het is ook door zijn inspanningen dat eind maart een Parijse straat in de buurt van de Champs Elysées werd herdoopt tot Allée du Commandant Massoud. Bij die gelegenheid ontving president Macron zijn zoon zelfs op het Elysée. 

Nochtans, als je de mensenrechtenrapporten leest, zijn dergelijke égards moeilijk te rechtvaardigen. ‘Als minister van Defensie onder president Rabbani in de eerste helft van de jaren negentig droeg Ahmad Shah Massoud de verantwoordelijkheid voor de bloedbaden die werden aangericht door de milities onder zijn bevel’, meent Patricia Gossman, de huidige onderdirecteur voor Azië van Human Rights Watch. In 2001 richtte ze het Afghanistan Justice Project op, dat de oorlogsmisdaden tussen 1978 en 2001 documenteerde. ‘Neem de Afshar operatie in februari ’93 onder etnische Hazara in Kaboel. Zo’n 1.000 burgers werden in een korte periode afgeslacht. Hoewel de gruwel later werd gedocumenteerd, werd nooit iemand vervolgd’.

Ook de Amerikaanse journalist en schrijver Bruce G. Richardson’s, die verschillende keren met Massouds mannen optrok, stelde de acties van Massouds mannen aan de kaak. In Afghanistan: Ending the Reign of Soviet Terror’ (1996) beschrijft hij de misdaden die zijn geheime politie beging om ‘de orde’ in Kaboel te handhaven. ‘In een van de gebouwen werden 80 vrouwen vastgehouden. Zodra de nacht was gevallen, kwamen de bewakers en begonnen de verkrachtingen. De slachtoffers werden bij het licht van een zaklamp geselecteerd, sommige meisjes en vrouwen werden meegenomen en kwamen nooit meer terug. Elke nacht herhaalde dat schouwspel zich’.

Er zijn meer dan genoeg getuigen en bewijzen. Ahmad Shah Massoud was een krijgsheer met bloed aan de handen, al blijkt een dergelijke stelling niet zonder gevaar. Een prominente internationale Afghanistan-expert die de voorbije dagen geen tijd had voor een interview omdat hij druk was met de evacuatie van zijn Afghaanse collega’s, schrijft dat hij hoopt ‘dat de accolades ‘held’ en ‘bevrijder’ niet in het portret van de Massouds zullen opduiken. Maar citeer me alsjeblief niet, anders krijg ik weer doodsbedreigingen van zijn aanhangers’.

Jongen van twaalf

Het zorgvuldig geconstrueerde, officiële verhaal van zoon Massoud begint in september 2001, als hij een jongen is van twaalf. Sinds de machtsovername van de Taliban in ’96 leidt zijn vader opnieuw het verzet van de Noordelijke Alliantie, die de hele noordoostelijke regio bezuiden Tadzjikistan controleert. Veel meer dus dan de huidige Panjshirvallei, voldoende territorium zelfs om vlot de grens over te kunnen en via Dushanbe buitenlandse besprekingen te houden en te worden bevoorraad. 

Twee dagen voor 9/11 wordt vader Massoud het eerste slachtoffer van Al Qaeda. De aanslag vond plaats in de provincie Takhar, tijdens een onderhoud met twee zogenaamde journalisten van de fictieve Arabische televisiezender ANI-TV (Arabic News International), die werd voorgesteld als een filiaal van het in Londen gevestigde Islamic Observation Center. Het duo had twee weken moeten wachten op de ontmoeting. Massoud stemde ermee in omdat hij zijn relaties met de Arabische wereld wilde verbeteren. Volgens zijn bij het noodlottige interview aanwezige jeugdvriend Massoud Khalili was hij evenwel niet opgezet met hun lijst van vijftien vragen. Ze schenen vooral te willen weten waarom hij zich vijandig opstelde tegenover Oussama bin Laden. 

Op zijn antwoorden hebben ze niet gewacht. Luttele ogenblikken na de aanvang van het gesprek blies een van de reporters zich op. Massoud stierf in de helikopter die hem en Khalili naar een ziekenhuis in Tadzjikistan bracht. 

De moord had een Belgische connectie: de twee ‘journalisten’ waren al-Qaeda-operatieven van Tunesische origine die meer dan een decennium lang in Molenbeek woonden. Eén van hen was Abdessater Dahmane, de echtgenoot van Malika el-Aroud, de later herhaaldelijk veroordeelde ‘mama Jihad’. De terroristen bezaten echte EU-paspoorten die in België waren afgegeven. Later bleek dat de reisdocumenten werden gestolen uit de Belgische consulaten in Straatsburg en Den Haag 

Lange tijd zou er veel speculatie bestaan over de motieven voor de aanslag. De meeste experts zijn het er nu over eens dat bin Laden de opdrachtgever was, en dat hij zijn gastheren, de Taliban, wilde verlossen van een schijnbaar onoverwinbare vijand. Wellicht ging hij ervan uit dat de dood van de commandant het verzet definitief zou breken. Wie had anderhalve maand later een VS-invasie verwacht, waarbij de Taliban werden verdreven en krijgsheren van alle pluimage als ‘Amerikaanse bondgenoten in de strijd tegen het internationaal terrorisme’ opnieuw centen, wapens en aanzien zouden verwerven? 

Voetsporen 

Zoon Massoud haalde de gebeurtenissen van 9 september 2001 in de voorbije jaren vaak aan. Ze veranderden zijn leven. Hij herinnert zich nog de begrafenis een week later in het geboortedorp van zijn vader, en de vele duizenden mensen die hem een laatste eer kwamen betuigen. ‘Het is daar’, zo zegt hij, ‘dat ik besloten heb om in de voetsporen van mijn vader te treden’. 

Kort daarna vertrok Massouds weduwe met haar zoon en vijf dochters naar Tadzjikistan en later Iran. Massoud Jr maakte er de middelbare school af. In 2010 kreeg hij een plaats aangeboden aan de Amerikaanse militaire academie in West Point. Hij opteerde evenwel voor de Britse Sandhurst Academy, omdat hij dan dichter zou zijn bij Ahmad Muslem Hayat, een familievriend en trouwe luitenant van zijn vader. ‘Sandhurst was erg lastig voor Massoud’, zo vertelde Hayat vorige maand in een interview met The Telegraph. ‘Hij was opgelucht om zich na een jaar in te schrijven voor een Bachelor Oorlogsstudies aan King’s College in Londen’. Vier jaar later behaalde hij een master in internationale politiek aan City University in Londen, na een afstudeerscriptie over de Taliban. Daarin onderzocht hij of de groepering deel uitmaakte van de het internationaal moslimterrorisme dan wel een louter Afghaanse extremistische beweging is, met een strikt identitair Pashtun-programma. Het antwoord, grosso modo, is: de beide.

Voor Massoud zijn de Taliban ondertussen veranderd van een studietopic in een reële vijand die hem naar het leven staat. Fundamenteel is dat niet het leven dat hij heeft gewild. ‘Boeken, tuinen en astronomie zijn de drie dingen in deze wereld waar ik van hou’, zo liet hij zich in de voorbije jaren geregeld ontvallen. ‘Ik geloof niet dat ik voor politiek en strijd in de wieg ben gelegd. Maar iemand moet de fakkel doorgeven, we mogen de hoop van mijn vader niet laten sterven. Daarom, en alleen daarom ben ik bereid om dit te doen’. 

Vanaf 2016 leidde Massoud in Kaboel de Massoud Foundation, een socio-culturele organisatie die zich vooral bekommerde om de nagedachtenis van zijn vader. Ondertussen trouwde hij met een opgeleide Britse van Afghaanse origine, die voor de veiligheid in Londen bleef. Massoud verdeelde zijn tijd tussen de Britse en de Afghaanse hoofdstad – deze zomer speelde hij nog tennis in het Lammas Park van Ealing, West-Londen. ‘Voor hij vertrok’, zo vertelde Hayat, ‘heb ik hem op het hart gedrukt dat leiderschap in Afghanistan veel moed vergt. Angst is uit den boze, je moet bereid zijn tot offers om het doel te bereiken’.

Main Source: Knack.be