NOORD-KOREA – Barre tijden

Het zijn magere jaren voor Noord-Korea: Zuid-Korea wil zijn belangrijkste exportproduct – zand – niet langer, deze week werd een hoge functionaris terecht gesteld die verantwoordelijk werd geacht voor de desastreuze muntdevaluatie van december en de donors zijn het geven beu.
Volgens een deze week gepubliceerd rapport van de International Crisis Group heeft Noord-Korea al enige jaren te kampen met een jaarlijks handelsdeficiet van zo’n 1 miljard dollar. Erg precies is dat cijfer niet, want ‘Noord-Korea publiceert geen overheidsstatistieken en alle beslissingen worden in het grootste geheim genomen, wat betekent dat we nooit echt weten wat de motivatie is van een bepaald maneuver’, zo stellen de rapportschrijvers. ‘Bijgevolg mogen we ervan uitgaan dat we pas op de hoogte zullen zijn van extreem grote problemen als die zich echt manifesteren’.
De meeste persberichten over het 23 miljoen zielen tellende land focussen op de nucleaire kwestie en op het onvermogen van de internationale gemeenschap om Pyongyang ertoe te overtuigen zijn kernambities te laten varen. Dat streven en met name de lanceringen van raketten en de ondergrondse nucleaire test die Noord-Korea in mei van vorig jaar nog uitvoerde, zorgden voor internationale sancties, die op hun beurt bepaald slecht nieuws bleken voor een economie die al lange tijd op apegapen ligt.
In de jaren negentig kwamen er nog minstens 1 miljoen mensen om bij grote hongersnoden en ook momenteel voeden instanties als het Wereldvoedselprogramma (WFP) miljoenen mensen. Dat gebeurt overigens met steeds grotere moeite: eerder deze maand nog liet de organisatie weten dat haar fondsen voor voedselhulp aan 1,4 miljoen mensen niet verder dan eind juni strekken. Hoewel vaststaat dat Noord-Korea’s eigen graanproduktie geenszins voldoende is om de bevolking te voeden en het tekort zo’n 1 miljoen ton op jaarbasis bedraagt, is de donorgemeenschap niet meteen geneigd om veel hulp te bieden, vooral niet sinds Pyongyang vorige lente nieuwe restricties invoerde waardoor het voor hulporganisaties haast onmogelijk wordt om te controleren wat er met hun hulp gebeurt. De nieuwe regels houden in dat veldbezoeken veel langer op voorhand moeten worden aangevraagd en dat geen eigen tolken mogen worden meegenomen. Bovendien werden alle VS-ngo’s huiswaarts gestuurd.
Veel exportproducten heeft Noord-Korea niet: het belangrijkste is momenteel zand, waarvan Zuid-Korea er in 2008 voor 73 miljoen dollar afnam. Die handel werd na de kernproef van vorige herfst evenwel bevroren, om in november onder druk van Zuidkoreaanse bedrijven de invoer te hervatten, zij het tegen een veel lager volume. Officieel argumenteert Seoel dat het zelf de zandproductie heeft verhoogd en dus niet meer zoveel hoeft te importeren. Tegelijk is er duidelijk sprake van een beleidswijziging. De twee vorige presidenten, Kim Dae-Jung (‘98-2003) en No Mu-hyon (2003-2008) voerden een accomodatiepolitiek tegenover Noord-Korea vanuit de hoop dat president Kim Jung-il zich daardoor flexibeler zou opstellen, wat in de praktijk niet het geval bleek. Hun opvolger Lee Myung-bak, die in februari 2008 aantrad, gooide het over een andere boeg en stelt zich veel harder op. Zo bijvoorbeeld weigerde hij in te gaan op de door het noorden aangeboden hervatting van de groepsreizen voor Zuidkoreaanse toeristen naar de bergen in het noorden, een belangrijke bron van inkomsten die evenwel opdroogde toen een Zuidkoreaanse toerist werd doodgeschoten. Lee stelde dat de reizen alleen konden hernemen als de moord opgehelderd werd en de schuldigen gestraft, wat niet is gebeurd. Waarnemers menen dat de Zuidkoreaanse president met zijn veel resolutere houding hoopt om het verpauperde Noordkoreaanse regime te dwingen om terug te keren naar de onderhandelingen over de nucleaire kwestie. Sommige experts achten dat evenwel zeer onwaarschijnlijk. Hun redenering is simpel: het is de enige echte troefkaart waarover Pyongyang beschikt, hoe zou die dan worden opgegeven.
Het regime overleeft voorts op de illegale export van wapens, maar ook op dit terrein kreeg het de jongste maanden rake klappen, vooral door VN-resolutie 1874, die na de kernproef van mei werd goedgekeurd en die zowel import naar als export van wapens uit Noord-Korea verbiedt. Midden december nog werd een vliegtuig met 150 ton wapens bij een tussenlanding in Thailand aangeslagen, dit jaar onderschepten de Verenigde Arabische Emiraten 10 containers met wapens voor Iran en weken daarvoor dwongen de VS een schip met wapens voor Zuidoost-Azië terug te keren.
Een andere illegale Noordkoreaanse handel is die in sigaretten van het merk ‘555’, die in Singapore door British American Tobacco worden vervaardigd voor Noord-Korea. Vervolgens, zo wist de Financial Times eerder deze maand te onthullen, worden grote delen daarvan terug geëxporteerd naar landen als Vietnam of de Filippijnen, waar datzelfde sigarettenmerk duurder is.
Aan de handel in valse VS-biljetten en heroïne is volgens de meeste waarnemers een einde gekomen. Reden: de Chinese misdaadsyndicaten zouden minstens de handel in drugs hebben overgenomen.