Knack, Wo. 15 Jan. 2020, Pagina 68
De Amerikaanse aanslag op de Iraanse generaal Qassam Soeleimani in Bagdad en de Iraanse vergeldingsacties bewijzen dat de Iraakse regering een marionet is van Washington én Teheran. Jonge Irakezen eisen een nieuw, soeverein land, zonder geweld en inmenging. Knack sprak in België en in Irak met jonge intellectuelen en kunstenaars.
Wat heeft de recente geschiedenis Irak zoal gebracht? De tirannie van de Ba’ath-partij. Oorlogen en internationale sancties. Amerikaanse militairen. Een burgeroorlog. De Islamitische Staat. Milities, aanslagen en zeloten van allerlei slag. Het is een horrorfilm, met bad guys als Saddam Hoessein, George Bush, Aboe Bakr al-Baghdadi of Qassem Soeleimani, en spooksettings als Halabja, Abu Ghraib en Mosoel.
Als het aan de jongeren ligt, die meer dan de helft uitmaken van de 40 miljoen Irakezen, wordt het scenario nu radicaal herschreven. ‘Ik kom mijn rechten claimen’, zo luidt de strijdkreet tijdens betogingen. Irak wil niet langer het slagveld zijn waar grootmachten als de Verenigde Staten en Iran hun vetes beslechten. ‘De Amerikaanse aanslag op de Iraanse generaal Qassam Soeleimani in Bagdad en de vergeldingsactie van Teheran bewijzen hoezeer de Iraakse overheid het noorden kwijt is, en de marionet werd van Teheran en Washington’, zegt Alia (50), een ingenieur die al een half leven in België woont.
De ground zero van de revolutie is het centrale Tahrirplein in Bagdad, waar sinds begin oktober duizenden Irakezen demonstreren. ‘Tahrir is een klein land in het hart van de hoofdstad, het is de natie van de toekomst’, zegt Mais (37), een filmmaakster die sinds eind 2009 in Antwerpen woont en die dagelijks contact heeft met haar familie en vrienden thuis. ‘De betogers zijn geen sjiieten, soennieten, Koerden, Arabieren, christenen of Turkmenen, maar Iraakse mannen en vrouwen zonder meer. Ze hebben zich bevrijd van de allesbepalende sektarische identiteit en hebben geen leiders. Ze dromen van een welvarend, seculier land. Van een natie gezuiverd van haar politieke klasse die tussen 2003 en 2018 liefst 320 miljard aan oliedollars heeft laten verdwijnen.’ Het regime slaat hard terug. Meer dan 540 betogers werden vermoord, maar het protest wordt alleen urgenter.
‘Tahrir is een magisch oord’, vertelt Dhuha (26), een journaliste die vanaf het plein verslag uitbrengt voor de onlineradio Raise Your Voice, in een telefonisch interview. ‘In meer dan 100 dagen van bezetting werd hier nog geen enkele vrouw lastiggevallen. Op dit plein tonen Irakezen waar ze als volk toe in staat zijn. Er werden mobiele bibliotheken opgezet, debatsalons en kunstateliers, allemaal dingen die in uw deel van de wereld vanzelfsprekend worden gevonden maar hier al erg lang ver te zoeken zijn. De demonstranten organiseren kook- en schoonmaakploegen, medische teams en de coördinatie voor de tuktuks (gemotoriseerde driewielers, nvdr) die voedsel of andere schenkingen aanvoeren en die gewonden gratis naar de ziekenhuizen brengen. Vroeger zag je tuktuks alleen in de arme delen van Bagdad, nu zijn hun chauffeurs de helden van de revolutie. Ze trotseren traangas en kogels om levens te redden. Daarom werd het lijfblad van de revolutie, dat sinds 4 november om de paar dagen wordt uitgegeven, naar hen vernoemd.’
Tuktuk begon als een antwoord op de internetpannes en nieuwsblack-outs waarmee de overheid de protesten de kop wilde indrukken. Het wordt in Bagdad gratis op 3000 exemplaren verspreid en als pdf naar protestgroepen in de rest van het land verstuurd.
Sektarisme
‘Het zenuwcentrum van de revolutie is het zogenaamde “Turkse restaurant”, een leegstaand flatgebouw van veertien verdiepingen dat boven het plein uittorent’, vertelt Dhuha. Er worden geregeld concerten georganiseerd, en elke vrijdag wordt van daaruit de Albasheer Show op groot scherm geprojecteerd. De populaire politieke satire, gemaakt door de Iraakse journalist en stand-upcomedian Ahmad al-Basheer, bestaat intussen vijf jaar en wordt uitgezonden door Deutsche Welle Arabisch.
Elke week besteedt Al-Basheer aandacht aan de protesten. Onlangs maakte hij ook twee Engelstalige afleveringen. Daarin had hij het onder meer over het na de Amerikaanse inval ingevoerde systeem van ‘Muhasasa’, dat volgens experts de belangrijkste oorzaak is van de huidige problemen in Irak. Muhasasa houdt in dat het gigantische olievermogen – Irak exporteert 4 miljoen vaten ruwe olie per dag – volgens een sektarische sleutel wordt verdeeld onder alle machtige politieke en etnisch-religieuze formaties.
‘Daarmee vergaren de leiders onwaarschijnlijke fortuinen. Ze sussen de achterban met gunsten en jobs’, legt ULB-docent Arabisch en romanschrijver Shayf Shems (35) uit. Zo steeg het aantal ambtenaren tussen 2004 en 2016 van 850.000 naar maar liefst 9 miljoen. Ondertussen valt het gewone volk grotendeels buiten de prijzen en tiert de corruptie welig. Shems: ‘Precies daarom gaat het protest niet langer om banen en kansen. De demonstranten willen ook een nieuwe grondwet. Want het sektarisme is constitutioneel verankerd: de Koerden leveren de president, de sjiieten de premier en de soennieten de parlementsvoorzitter. Het Irak van de toekomst moet een meritocratie zijn, waarbij afkomst en religie niet van tel zijn.’
Het fundament van de Muhasasa werd onder Saddam Hoessein gelegd, toen werden de mentale muren opgetrokken. Elke gemeenschap dacht dat ze de enige was die tragische tijden kende, en plooide op zichzelf terug.
Shems: ‘Die overtuiging kon lange tijd niet aan de realiteit worden getoetst. De media waren gemonopoliseerd en de sancties van de Verenigde Naties veroordeelden ons tot de bedelstaf. Geen mens had nog de centen om in de rest van het land rond te reizen en te zien hoe het de anderen verging. De afbrokkeling van de sektarische identiteit begon bij de strijd tegen de IS (2014‑2017) en de bevrijding van de bezette soennitische gebieden door Koerdische en sjiitische strijders. Dat was de eerste echte ontmoeting tussen de verschillende gemeenschappen in meer dan dertig jaar tijd. Het besef ook dat iederéén gigantisch had geleden en dat Saddam geen vrienden had. Hij richtte een bloedbad aan onder de Koerden, slachtte de Iraakse sjiieten af en viel het soennitische Koeweit binnen.’
Repressie
‘Ik behoor tot die 30 procent Irakezen die hun hele leven weg hebben gewild’, vertelt Hussein (31),een luitspeler die in 2015 naar België kwam en daarover de documentaire The Way Back maakte. ‘Irak hangt mentaal in de touwen. Sinds het begin van de Eerste Golfoorlog (1981‑1988), tegen Iran, heeft het veertig jaar conflict gekend. Op tv zagen jullie ons als daders, als vijandelijke soldaten, als zelfmoordterroristen. Maar we waren vooral slachtoffers. Niet één Irakees bleef ongedeerd. Neem mijn levensverhaal, dat heus geen uitzondering is. Mijn ouders kwamen in 2005 door een autobom om het leven. In een Libanees vluchtelingenkamp heb ik vruchteloos zitten wachten op hervestiging in een ander land. In de jaren die volgden, bood alleen mijn muziekstudie in Bagdad enige troost.’
Sinds 2011 zijn er meerdere protestgolven geweest. ‘Telkens weer wordt er betoogd tegen de onveiligheid, de werkloosheid en de corruptie. De politie schiet met scherp, zet sluipschutters in, laat activisten verdwijnen. Na een tijd wordt de menselijke tol te hoog en dooft het protest uit.’
Net daarom durfde hij niet al te veel te verwachten van de huidige demonstraties, maar deze keer voelden ze anders aan. Hussein: ‘Deze jongeren verschillen fundamenteel van ons. Ze hebben de schaduw van Saddam Hoessein afgeworpen en zijn vrij. Vastberaden ook, erg goed geïnformeerd en slim georganiseerd. Sociale media zijn daar heel belangrijk bij. Sinds een paar jaar heeft nagenoeg iedereen een mobieltje en internet. Platforms als Facebook, Instagram en WhatsApp tonen het gelukkige, vervulde, stabiele bestaan van mensen elders in de wereld. Onze jongeren vragen zich af waarom zij daar géén recht op zouden hebben.’
Vrouwenrechten
‘Het is voor het eerst in 16 jaar dat ik opnieuw naar het nieuws kijk. Dag en nacht nu, als een gek. Ik ben er in 2003 mee opgehouden, toen mijn vader, een oorlogscameraman, op het nippertje ontsnapte aan een ontvoering’, zegt Fairooz (28), een filmmaakster die deels in Dubai opgroeide en sinds 2014 in België woont. ‘Voor het eerst in mijn leven heb ik hoop en ben ik trots op mijn volk.’
Dat gevoel van hernieuwde eigenwaarde leeft ook in Irak zelf, zo blijkt uit een opiniepeiling van de researchgroep Al-Mustakilla, die nauw samenwerkt met het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup. In het voorjaar vonden 8 op de 10 Irakezen dat hun leven geen doel of betekenis had. In een nieuwe peiling in november zei 94 procent van de ondervraagden dat de demonstraties hen het gevoel gaven dat ze een stem hadden in de toekomst van Irak.
‘Ik geloof nu dat de dag komt dat ik kan teruggaan, om er te werken aan een samenleving waarin tolerantie, vrouwenrechten en rechtvaardigheid de hoogste waarden zijn’, zegt Fairooz.
‘Ik zou daar nu willen zijn. Voor het eerst in mijn leven ruik ik de liefde in Irak’, zucht Ahmed (37), een schilder die vier jaar geleden naar Europa kwam. Hij ruilde een groot schilderij in voor een nieuw leven. De Griekse consul gaf hem een Schengenvisum voor deelname aan de Thessaloniki International Contemporary Art Fair in 2015. Ahmed schonk hem een metersgroot doek. ‘Néé, ik kwam niet naar Europa om kansen of geld te zoeken – als kind van een bekende beeldhouwer ben ik in een fijn huis in Bagdad en Oman opgegroeid’, vertelt hij. ‘Maar mijn land werd steeds kleiner, op het einde begon het buitenland aan de voordeur. Ik had geen vrienden, geen taal meer. Een gigantisch verdriet overmeesterde me. Ik wilde niet meer wakker worden. Tot ik op Facebook de post over de kunstbeurs van Thessaloniki zag. De hele vliegreis van Ankara naar Athene heb ik gehuild. Het was alsof ik met een ruimtecapsule naar een andere wereld ging. Weg uit een grijs land naar een plek in kleur. Wat de jongeren nu in Irak doen, weerspiegelt wat wij altijd al wilden maar niet konden zijn. Vertrekken was onze enige optie. Zij hebben besloten te blijven en te vechten. Niet met wapens maar met ideeën.’
Kerstmis afgelast
Het Tahrirplein met zijn ongesluierde jonge vrouwen, feministische muurschilderingen, lachende jonge koppeltjes en, godbetert, zelfs een dienst Verloren Voorwerpen. Ze vallen moeilijk te rijmen met het Irak van de journaalbeelden van de voorbije jaren. Hoe kon die transformatie zich zo plots voltrekken? Mais: ‘Ze was helemaal niet bruusk. Toen de bevolking leed onder de tirannie van Saddam Hoessein dacht ze dat religie een uitkomst zou bieden. Een paar jaar later kwam ze erachter dat geloof net een vergif is dat de natie doodziek maakt. Dat inzicht is er al geruime tijd, maar in een klimaat van terreur houden mensen hun mond. Ze wachten op betere tijden.’
Het sektarisme mag dan verfoeilijk zijn, toch valt op dat de revolutie vooral uitgaat van de sjiieten. Zij maken de meerderheid uit van de betogers op het Tahrirplein en het is in de sjiitische steden als Najaf, Nasariya of Karbala dat er wordt gemanifesteerd, niet in de soennitische regio’s. Shems: ‘Natuurlijk. De sjiieten zijn het best geplaatst – ze zijn in de meerderheid en de regering is sjiitisch. Het zou onverstandig zijn van de soennieten om nu het voortouw te nemen. De overheid zou de repressie al te makkelijk legitimeren als een strijd tegen de IS. Maar via videoboodschappen hebben alle gemeenschappen al hun steun betuigd.’
Mais: ‘Ook de christenen staan achter de revolutie. Ze hebben zelfs uit solidariteit het kerstfeest afgelast.’
Maar het pleit is nog niet beslecht. Drie maanden van protesten hebben concreet weinig meer opgeleverd dan het ontslag van premier Adel Abdul Mahdi. ‘De machthebbers geloven dat ze de tijd aan hun kant hebben’, zegt Alia. ‘Zij hopen dat de demonstranten er de brui aan geven als ze zien dat hun acties weinig uithalen. Dat geloof ik niet. Ze hebben te weinig te verliezen om nu op te geven. Tegelijk beseffen de jongeren dat ze zich in een erg moeilijke omgeving bevinden, waardoor ze uiterst omzichtig te werk moeten gaan. Invloedrijke figuren zoals ayatollah Al-Sistani of de sjiitische militieleider Moqtada al-Sadr kun je niet zomaar buitenspel zetten, en ook de vele milities zijn een reële politieke en militaire macht. En kijk eens naar Iran, Turkije en Syrië: in geen van de buurlanden bloeit vrijheid, veiligheid of democratie. Allemaal hebben ze belangen en pressiegroepen in Irak en willen ze het status quo handhaven.’
Shems: ‘Bovendien hebben de Amerikaanse sancties tegen Iran de zaak bemoeilijkt. Nu is Irak de enige levenslijn voor Teheran – dus zal het regime van de ayatollahs er alles aan doen om zijn invloed te behouden en zelfs uit te breiden. Dat is op zich begrijpelijk. Alleen mag dat niet ten koste gaan van Irak. Wij moeten nu kiezen voor onze toekomst. En daarbij hebben we de hulp van Europa nodig. Respect voor de mensenrechten, secularisme, goed bestuur, transparantie, aansprakelijkheid. Die waarden delen we, toch?’