Het liefst zou ik optreden in Algiers, maar dat is onmogelijk

De Standaard/Cultuur, Za. 15 Feb. 2020, Pagina 14

Twintig jaar geleden verruilde Souad Massi (47) een banlieue van Algiers voor een van Parijs. Sindsdien hekelt ze in haar liedjes het keurslijf van religie en traditie.

Souad Massi heeft iets aarzelends en onzekers. Ze maakt haar zinnen niet af, laat veel stiltes vallen en weidt zelden nodeloos uit. Je zou niet vermoeden dat ze de grootste Noord-Afrikaanse ster van het begin van de 21ste eeuw is. Een vrouw met intimistische gitaarliedjes, ergens tussen Bob Dylan, frans chanson en fado, met herinneringen aan de Algerijnse chaâbi en de flamenco van haar jeugd.

Ze is veel dingen tegelijk. Aan van zonlicht verstoken Noord-Europeanen biedt de Algerijnse zangeres mentale omzwervingen naar zinnelijke oorden. Haar landgenoten in de diaspora herkennen zich in haar ambigue gevoelens voor het vaderland. ‘Er was daar niets om heimwee naar te hebben, dus ben ik vertrokken. En toch draag ik de herinneringen mee’, zo luidt het op haar nieuwe cd, Oumniya (‘Mijn wens’). Een paar nummers verder weerklinken verhalen over het patriarchaat. ‘Op mijn geboortedag heeft mijn moeder veel gehuild (..) zij die droomde van een zoon (..) bevreesd dat mijn vader van haar zou scheiden of hertrouwen’.

Veel vrouwen zullen de woorden herkennen, net zoals jongeren precies weten waarom Massi zich in een ander liedje afvraagt waarom ‘thuis’ rijmt op ‘gevangenis’, met de buren als bewakers en waarom ze over de jeugd spreekt als gewonde bloemen, ontloken tussen de kasseien. Sommige van haar stemmige, gevoelige nummers zingt ze in het Arabische dialect van Algiers, andere in het Berbers of Frans. De teksten zijn zelfgeschreven, of ontleend aan beroemde Arabische dichters. Maar wat bovenal opvalt, is haar weergaloze, van weemoed vervulde stem.

Cowboyfilms

Als dochter van een lage ambtenaar uit Kabylië groeide Souad Massi op in een noordelijke buitenwijk van Algiers. Ze herinnert zich hoe gek ze was op de soundtracks van de Amerikaanse cowboyfilms op tv. ‘Er weerklonk altijd muziek in ons huis’, vertelt ze. ‘Mijn vader luisterde naar chaâbi, mijn moeder koesterde haar westerse, klassieke platen, een oom en twee van mijn broers waren muzikant. Zij waren het die mij gitaar leerden spelen, in een tijd dat velen daar schande over spraken. In Algerije horen meisjes niet met een muziekinstrument over straat te lopen, en er is geen plaats voor hen op de terrasjes van koffiebars. Wie er toch komt, wordt ofwel verleid ofwel beledigd. In dat opzicht heb ik geluk gehad. Mijn familie was er een van ruimdenkende mensen, die vonden dat vrouwen evengoed vrijheid en ontplooiing verdienden.

‘Als jong meisje luisterde ik vooral naar westerse groepen als AC/DC, Led Zeppelin en Aerosmith, maar door mijn broers raakte ik ook geïnteresseerd in Andalusische flamenco. Een nieuwe wereld ging voor me open. Toen ik zeventien was, won ik een nationale wedstrijd voor volksmuziek. Mijn nummer “Raoui” (ook de titel van haar eerste cd uit 2001, red. ) werd plots voortdurend op de radio gedraaid. Dat voelde vreemd aan voor een introverte tiener als ik’.

In diezelfde periode vervoegde Massi de populaire hardrockband Atakor. Het waren moeilijke tijden, waar later naar werd verwezen als het ‘zwarte decennium’: elf jaar burgeroorlog (1991-2002), 150.000 doden. ‘In zo’n situatie wordt het leven heel smal’, vertelde ze toen we elkaar jaren geleden voor het eerst ontmoetten. ‘De meeste bronnen van plezier waren opgedroogd. Wat overbleef, gebeurde ondergronds. Voor kleine groepjes mensen, met de luiken dicht’.

Als ze nu beelden ziet van de oorlog in Syrië of Libië, komen de herinneringen terug. De permanente angst, de chaos, het verdriet en de onzekerheid over de toekomst. ‘De littekens van de Algerijnse burgeroorlog zijn nog steeds voelbaar. Veel ouders weten niet waar en hoe hun zonen de dood ­vonden. Er werd nauwelijks aan trauma­behandeling gedaan en compensatie kwam er evenmin’.

Als het aan haar ouders lag, dan wachtte de jonge Souad Massi een carrière als urbaniste. ‘Ach, dromen alle vaders en moeders niet van een stabiele toekomst voor hun kinderen? Dokter, advocaat, architect. Wat telt, is dat mijn ouders onderwijs erg belangrijk vonden, voor elk van hun zes kinderen’.

Begin jaren 90 volgde ze een ingenieursopleiding en daarna werkte ze in een architectenbureau. Dromend van de bouw van sociale woningen, die er door de oorlog en de wijdverspreide corruptie nooit leken te komen. Haar liefde voor muziek liet zich ondertussen niet beteugelen. In 1997 bracht ze met Atakor een cassette uit, met zelfgeschreven, sociaalkritische liedjes. Dat werd de muzikanten niet in dank afgenomen, ze kregen doodsbedreigingen en de raad om zich gedeisd te houden.

Twee jaar later werd de inmiddels 27-jarige zangeres naar het Parijse La Villette uitgenodigd, voor het Festival des Femmes d’Algérie. ‘Dat was een zeldzame kans om te ontsnappen uit een uitzichtloze situatie. Parijs bleek in elk opzicht geweldig. De reactieswaren positief, ik kreeg snel een platencontract bij Island Records. Mijn leven raakte in een stroomversnelling en ik besloot in  Frankrijk te blijven, een beslissing waar ik nooit spijt van kreeg’.

Moeilijk

In 2001 werd haar eerste soloalbum gelanceerd, met zowel Franse als Arabische nummers. De plaat sloeg aan, maar Massi beschrijft die beginjaren toch als moeilijk: ‘Ik hoefde niet in een restaurant af te wassen om te overleven, maar ik moest ontzettend op de kleintjes letten. Uit eten gaan zat er niet in. Dat hoefde ook niet: de vrijheid en veiligheid die Parijs me boden als jonge Arabische vrouw, waren van onschatbare waarde. Tegelijk was ik erg eenzaam. Nooit eerder had ik mijn land verlaten en nu moest ik het helemaal alleen zien te rooien. Ik miste mijn familie vreselijk’.

In het volgende decennium bouwde Massi een divers oeuvre uit. Ze werkte samen met artiesten als de Mauritanische Daby Touré en de Franse chansonnier Francis Cabrel. Tegelijk zag ze het maatschappelijk klimaat in Frankrijk veranderen. De islamitische terreuraanslagen versmalden de perceptie van de Noord-Afrikaanse migrant tot een fanatieke cultuurbarbaar. ‘Ik heb ontzettend geleden onder dat amalgaam van terrorisme en islam, dat wordt veroorzaakt door westerse onwetendheid. Het is zoals de twaalfde-eeuwse filosoof Averroes zei: onwetendheid leidt tot angst, wat uitmondt in haat, die afdaalt naar geweld. Precies daarom heb ik in 2015 El mutakallimun(‘Meesters van het woord’, red.) gemaakt, met nummers in het klassiek Arabisch, gebaseerd op werk van beroemde Arabische dichters’.

In het najaar van 2019 volgde Oumniya, een geslaagde terugkeer naar haar muzikale wortels. De akoestische nummers zijn uitgepuurd, haar stem en gitaar worden verrijkt met viool, mandola, darboeka en traditionele percussie. ‘Ik zie mezelf nu meer dan ooit als een geëngageerde muzikant, een vertegenwoordiger van de protestbeweging Hirak en van het Algerijnse volk, dat precies een jaar geleden begon met de vrijdagse demonstraties tegen het regime van president Bouteflika. Het liefst zou ik in Algiers optreden, maar dat is onmogelijk. Dus probeer ik de demonstranten met mijn liedjes te steunen, en in het Westen aandacht te vragen voor een al te onderbelichte strijd’.

‘Wij hebben hen leren lopen, ze hebben ons aan de kant geduwd. Ze sneden ons de pas af’, zo zingt ze in ‘Ban koulchi’ (‘Alles wordt duidelijk’). ‘Wij die hen met rozen­water en jasmijn verwelkomden, ze gunnen ons zelfs geen glas water’.

‘Sinds de onafhankelijkheid van 1962 kwam er een politieke graaicultuur. Algerije is rijk aan grondstoffen, het zou een wel­varende natie moeten zijn. Toch is er een ­gigantische armoede, de werkloosheid onder opgeleide jongeren piekt en velen zien geen andere uitweg dan een gevaarlijke overtocht van de Middellandse Zee. Het volk wil waardigheid, vrijheid en respect. Een nieuwe, democratische grondwet en vrije verkiezingen’.

Dat lijkt evenwel niet voor morgen: het regime wankelt voorlopig niet. ‘Hoe het nu verder moet? Kijk, het protest houdt aan, week na week. Is het voldoende politiek verenigd en georganiseerd om een reële bedreiging te vormen voor de macht? Misschien niet, we moeten geduldig zijn. Als burger, als vrouw en als moeder, kan ik alleen de hoop koesteren dat de dromen van deze ­generatie jongeren niet zullen worden stukgeslagen zoals dat met de onze gebeurde. Die hoop houdt me overeind’.

In het kader van Moussem Cities Algiers treedt Souad Massi vanavond op in de Brusselse Bozar. Zondag speelt ze in de Roma in Antwerpen.