Wanneer moeders heksen en vampieren op de wereld zetten

De Nederlands-Angolese die eind vorige week in Aalst haar zoontjes van zeven en acht doodsloeg, verklaarde dat ze afgerekend had met twee vampieren. De vrouw leed aan schizofrenie en was onder de invloed van softdrugs. Maar het idee dat kinderen op de een of andere manier ‘kindoki’ of behekst kunnen zijn, is onder Congolezen en Angolezen wijd verspreid, ook in Europa.

Een Angolees meisje van acht dat meer dood dan levend op de stoep van een Londens appartement wordt teruggevonden, vijftien kinderen die op een marktplaats aan de Congolees-Angolese grens levend werden verbrand, het verhaal van een uit Parijs afkomstig Congolees meisje dat de Belgische antropologieprofessor Filip De Boeck (KU Leuven) aantrof bij een uitdrijvingsritueel in Kinshasa en de nu vermoorde jongetjes Jamal en Junior. Wat deze verhalen bindt zijn de beschuldigingen van hekserij en vampierendom. “Ik heb niet mijn kinderen maar de kwade krachten bedwongen”, aldus moeder Landu G. tijdens de ondervraging door de politie. “Mijn kinderen leven nog, ik spreek met hen. Ze behoren nu toe aan het rijk van de doden.”

“Het geloof in occulte krachten is diep geworteld in tal van Afrikaanse maatschappijen”, legt prof. De Boeck uit. “Jobverlies, ziekte of dood worden traditioneel gezien als het gevolg van een moedwillige daad van hekserij. Maar de inhoud van de term ‘kindoki’ is verschoven. Dertig jaar geleden was het nog ondenkbaar dat je een kind van hekserij beschuldigde in Congo of Angola. Nu zijn er tal van gevallen bekend. Die evolutie heeft alles te maken met de verstedelijking en de desintegratie van de traditionele familiestructuren, en met een sociaaleconomische crisis die zich niet alleen uit in een materiële maar ook in een spirituele onveiligheid. Kinderen zijn demografisch in de meerderheid en slagen er in de stad vaak beter in dan de ouderen om dingen te ritselen, of hier en daar een klus te klaren. Ze worden met andere woorden door de vaak werkloos toeziende ouderen als een bedreiging ervaren en dat gevoel heeft zich ook vertaald in de herdefiniëring van hekserij.”

Evangelische kerken

Een andere belangrijk element is de groeiende populariteit van de evangelische kerken. “Deze hameren voortdurend op het discours van boze krachten versus goede, en zorgen ervoor dat de hekserij erg aanwezig is in het discours”, aldus De Boeck.

Ook in België zijn deze religieuze gemeenschappen bijzonder populair, zegt socioloog Jean Musway, verbonden aan het Centre d’Action Laïque in Charleroi. “De overgrote meerderheid van de Congolezen en Angolezen is lid van zo’n kerk. Bij de kennismaking met een landgenoot is de tweede of derde vraag overigens ‘waar bid jij?’ Die kerken hebben zoveel aanhang omdat ze het gemeenschapsleven van thuis hier reproduceren en de inwijkelingen valoriseren als individu. In plaats van de zwaarbewolkte zondag thuis op de divan door te brengen, bieden deze kerken de kans om samen te dansen en te zingen. Bovendien begrijpen de predikanten de leefwereld van hun volgelingen. Zeg als Congolese moeder tegen een Belgische maatschappelijk werker dat je kind behekst is, en je krijgt een reactie van onbegrip. Zo’n zelfverklaarde priester daarentegen begrijpt het volkomen en ‘herkent’ zelfs de kindoki, waarna ze zogenaamd ook kunnen worden genezen.”

Bij die uitdrijvingen loopt het soms evenwel mis, zo blijkt uit het Unicef-rapport ‘Les enfants accusés de sorcellerie’, dat vorig jaar verscheen. Nu eens wordt meisjes pikant poeder in de ogen gestrooid, dan weer moeten ze vreselijke drankjes drinken of worden ze lelijk toegetakeld. Sterven de betrokken kinderen aan die beproevingen, dan heet het dat het kwaad het heeft gehaald.

“Het is evenwel geen loutere zaak van inhalige, wreedaardige predikanten of slechte ouders die hun kinderen verschrikkelijk mishandelen”, nuanceert De Boeck. “Zo stelde ik herhaaldelijk vast dat hekserij door ouders wordt ingeroepen om zich van een ‘overbodig’ kind te ontdoen, waarna een religieuze gemeenschap opgezadeld zit met extra monden om te voeden, zonder dat daar enige fondsen voor beschikbaar zijn.”

Mensenbloed

Het idee dat kinderen mensenbloed drinken, zoals de moeder in Aalst verkondigde, is volgens De Boeck ook mede verspreid door de populaire Nigeriaanse horrorfilms, die ook in Congo en Angola worden vertoond. “Iemand opeten of zijn bloed drinken is een andere formulering van het feit dat je macht hebt over iemand, evengoed in materiële als in seksuele zin. Ik heb haar opgegeten als manier om te zeggen dat je met iemand hebt geslapen. Maar evengoed andermans bloed drinken als verklaring voor het accumuleren van rijkdom.”